Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pentax *ist Ds Handleiding pagina 130

Inhoudsopgave

Advertenties

128
Effect van diafragma
Wijzig de hoeveelheid licht die op de CCD terechtkomt door het diafragma te wijzigen.
Het diafragma openen (diafragmawaarde verlagen)
Voorwerpen die dichter bij of verder weg zijn dan het
onderwerp waarop is scherpgesteld, worden minder
scherp. Als u bijvoorbeeld een opname maakt van
een bloem tegen een landschapsachtergrond met
een grote diafragmaopening, wordt het landschap
voor en achter de bloem onscherp, waardoor alleen
de bloem wordt geaccentueerd.
Het diafragma sluiten (diafragmawaarde verhogen)
Het scherptegebied neemt zowel dichtbij als veraf
toe. Als u bijvoorbeeld een opname maakt van een
bloem tegen een landschapsachtergrond met een
kleine diafragmaopening, is ook het landschap voor
en achter de bloem scherp.
5
Scherptediepte
Wanneer u scherpstelt op een deel van het onderwerp, is er een gebied waarin
voorwerpen die dichter bij en verder weg zijn, ook scherp zijn. Dit gebied wordt
'scherptediepte' genoemd.
• De scherptediepte van de J is afhankelijk van het objectief. Maar
vergeleken met een kleinbeeldcamera kunt u ongeveer één diafragmawaarde
lager gebruiken. Controleer daarom de scherptediepte bij het eerstvolgende
kleinere diafragmagetal bij objectieven met een scherptediepteschaal.
• Hoe korter de brandpuntsafstand en hoe verder weg het onderwerp is, hoe
groter de scherptediepte. (Sommige zoomobjectieven hebben geen schaal
voor de scherptediepte vanwege hun bouwwijze.)
Scherptediepte
Scherptegebied
Diafragma
Brandpuntsafstand
objectief
Afstand tot onderwerp
Klein
Smal
Open
(Lagere waarde)
Langer
(Tele)
Dichtbij
Groot
Breed
Dicht
(Hogere waarde)
Korter
(Groothoek)
Veraf

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave