Batterijen plaatsen
Plaats batterijen in de camera. Gebruik twee CR-V3 of vier AA Ni-MH-batterijen,
AA Lithium-batterijen of AA alkalinebatterijen.
• CR-V3-, AA-lithiumbatterijen en AA-alkalinebatterijen zijn niet oplaadbaar.
• Open de klep van het batterijcompartiment niet en verwijder de batterijen niet terwijl de
camera aan staat.
• Verwijder de batterijen wanneer u de camera langere tijd niet gebruikt. De batterijen
kunnen anders gaan lekken.
• Als datum en tijd niet juist zijn wanneer u na langere tijd nieuwe batterijen in de camera
plaats, volgt u de procedure voor "Datum en tijd instellen". (blz.35)
• Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd om zijn geplaatst, kan
de camera defect raken.
• Vervang alle batterijen tegelijk. Combineer geen batterijen van verschillend type of
merk, of oude met nieuwe.
1
Houd de ontgrendelknop van het
batterijcompartiment ingedrukt
zoals afgebeeld (
de klep in de richting van het
2
objectief (
open.
2
Plaats de batterijen volgens
de poolaanduidingen +/– in
het batterijcompartiment.
1
), en schuif
). Klap dan de klep
25
2
1
2