Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; De Warmtepomp In Werking Stellen; Voorafgaande Controles Van De Warmtepomp; Belangrijk - Ferroli OMNIA S 3.2 Installatie-, Gebruiks- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

OMNIA S 3.2

11. INBEDRIJFSTELLING

11.1 De warmtepomp in werking stellen

Vóór de eerste ingebruikneming, na een lange onderbreking, moeten de volgende voorafgaande controles van het elektrische en het koelgedeelte worden uitgevoerd.

11.1.1 Voorafgaande controles van de warmtepomp

Koelgedeelte
• Controleer of het toestel gevuld is met koelmiddel. De controle kan worden uitgevoerd met behulp van draagbare freondrukmeters die voorzien zijn van een 1/4
"SAE wartelaansluiting met een drukregelaar die op de servicepoort van de kraan is aangesloten. De afgelezen druk moet overeenkomen met de verzadigingsdruk
die overeenkomt met de kamertemperatuur (~ 7 bar).
• Controleer het koelmiddelcircuit visueel en controleer of het niet beschadigd is.
• Controleer of de leidingen niet vervuild zijn met olie (olievlekken zullen het koelcircuit verbreken).
GEVAAR
Onderbreek de stroomvoorziening voordat u werkzaamheden aan het elektrische paneel van het toestel uitvoert.
Controleer na de installatie van de binnen- en buitenunits het volgende voordat u ze inschakelt:
• Bedrading. Controleer of de elektrische aansluitingen van de verschillende onderdelen van het systeem, zoals de boiler, de temperatuursondes, de 2-weg en
3-weg kleppen, de pompen, gemaakt zijn volgens de aanwijzingen in deze handleiding, het bij het toestel geleverde bedradingsschema en volgens de plaatselijke
wetten en voorschriften.
• Zekeringen, schakelaars of veiligheidsvoorzieningen. Controleer of de plaatselijk geïnstalleerde zekeringen of beveiligingen voldoende berekend zijn op de maxi-
male stroom die het toestel opneemt, zoals in deze handleiding staat. Controleer of deze beveiligingen niet gebypassed worden.
• Aarding. Controleer of de aarddraden goed zijn aangesloten en of de aardklemmen goed vastzitten.
• Controleer het elektrische paneel visueel op losse verbindingen of beschadigde elektrische onderdelen.
• Montage. Controleer of het toestel correct gemonteerd is om abnormale geluiden en trillingen bij het starten van het toestel te voorkomen.
• Beschadigde onderdelen. Controleer de binnenkant van het toestel op beschadigde onderdelen of geplette leidingen.
• Lekkage van koelmiddel. Controleer de binnenkant van het toestel op koelmiddellekkage. In geval van een koelmiddellek moet u contact opnemen met de tech-
nische dienst.
• Voedingsspanning. Controleer of de voedingsspanning van het toestel overeenkomt met de voedingsspanning die op het typeplaatje van het toestel vermeld
staat.
• Controleer of de afsluitkleppen voor het water volledig open zijn
11.2 Instellingen die moeten worden uitgevoerd tijdens de eerste productcontrole
Voor de goede werking van het systeem is het verplicht de juiste instellingen te verrichten, afhankelijk van het type installatie dat door het toestel bediend wordt.
Voor meer details zie "9. OPSTARTEN EN CONFIGURATIE" op pagina 442.
11.3 Laatste controle vóór het inschakelen van het toestel
Wanneer de installatie voltooid is en alle nodige instellingen gedaan zijn, moet u alle panelen van het toestel weer aanbrengen en sluiten.
11.4 Inschakelen van het toestel
Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien, duurt het ongeveer 10 seconden voordat het display van de controller geactiveerd wordt (initialisatiefase). Tijdens dit
proces kan de gebruikersinterface niet gebruikt worden. Om het systeem te activeren, raadpleeg "8. gebruikersinterface" op pagina 432.
12. ONDERHOUD
12.1 OPMERKING algemeen
Om een optimale beschikbaarheid van het toestel te garanderen, moet ter plaatse met regelmatige tussenpozen een reeks controles en inspecties van het toestel en
de bedrading worden uitgevoerd.

BELANGRIJK

GEVAAR
Alle onderhouds- en vervangingswerkzaamheden moeten door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Alvorens werkzaamheden binnen in het toestel uit te voeren, moet u de stroomtoevoer onderbreken en de stroomop-
waartse gaskraan sluiten. Anders bestaat er gevaar voor ontploffing, elektrische schok, verstikking of vergiftiging.
Raak de leidingen van het koelcircuit en de inwendige onderdelen (pomp, veiligheidsklep, enz.) niet aan tijdens en onmiddellijk na het uitschakelen van het apparaat,
want ze kunnen erg heet of erg koud zijn, waardoor ze kunnen schuren, verbranden of bevriezen. Om verwondingen te voorkomen, moet u voldoende tijd wachten tot
de temperatuur van de buizen tot normaal gedaald is en beschermende handschoenen dragen.
Voordat u onderhoud of reparaties uitvoert, moet u altijd de stroomtoevoer onderbreken naar het toestel en alle elektrische verbruikers (pompen, kleppen, elektrische
weerstand van de boiler en het warmwatersysteem, enz.).
Sommige elektrische onderdelen kunnen zeer heet zijn.
Wegens het risico van achtergebleven hoogspanning moet u, nadat u de stroom van de buitenunit hebt losgekoppeld, ten minste 10 minuten wachten voordat u
onderdelen onder spanning aanraakt.
De compressorolieverwarmer kan zelfs werken als de compressor gestopt is.
Pas op dat u geen onder spanning staande elektrische kabels aanraakt.
Code 3541V941 - Herz. 05 - 06/2022
453
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave