OMNIA S 3.2
TBH - Elektrische weerstand voor SWW-boiler
16
13
CN11
Power supply
A1
A2
TCO
ATCO
H-L1-C - Voor kamerthermostaat (hoogspanning)
Er zijn drie manieren om de thermostaat aan te sluiten.
•
Kamerthermostaat methode A (regeling van de ingestelde stand)
Om deze functie te activeren, stelt u serviceparameter 6.1 "Room thermostat" =
1 in (mode setting) raadpleeg "9.2 Tabel van de Service-parameters" op pagina
443.
A.1 Met 230VAC spanning tussen C en L1 werkt het toestel in de koelmodus.
A.2 Met 230VAC spanning tussen H en L1 werkt het toestel in de verwarmings-
modus.
A.3 Bij 0VAC spanning voor beide zijden (C-L1, H-L1), stopt het toestel met het
verwarmen of koelen van de kamer.
A.4 Met 230VAC spanning voor beide zijden (C-L1, H-L1) werkt het toestel in de
koelmodus.
3 4
15
CN11
3
15
4
HEAT(H)
L1
COOL(C)
POWER
IN
RT1
25 26
27
28
1 2 3 4 5
29 30 31 32
6 7 8 9 10
CN7
CN30
(TBH)
fig. 28 -
25 26
27 28
1 2 3 4 5
29 30 31 32
6 7 8 9 10
CN7
CN30
Method A
(Mode set control)
fig. 29 -
Code 3541V941 - Herz. 05 - 06/2022
•
Kamerthermostaat methode B (controle over een zone)
Om deze functie te activeren, stelt u serviceparameter 6.1 "Room thermostat" = 2
in (one zone) raadpleeg "9.2 Tabel van de Service-parameters" op pagina 443.
B.1 Met 230VAC spanning tussen H en L1, schakelt het toestel in.
B.2 Met 0VAC spanning tussen H en L1, schakelt het toestel uit.
3
15
CN11
HEAT(H)
L1
POWER
IN
RT1
•
Kamerthermostaat methode C (controle dubbele zone)
Om deze functie te activeren, stelt u serviceparameter 6.1 "Room thermostat" =
3 in (double zone) raadpleeg "9.2 Tabel van de Service-parameters" op pagina
443.
C.1 Met 230VAC spanning tussen H en L1, schakelt zone1 in. Met 0VAC spanning
tussen H en L1, schakelt zone1 uit .
C.2 Met 230VAC spanning tussen C en L1, schakelt zone2 in. Met 0VAC spanning
tussen C en L1, schakelt zone2 uit .
C.3 Met 0VAC spanning voor beide zijden (C-L1, H-L1), schakelt het toestel uit.
C.4 Met 230VAC spanning voor beide zijden (C-L1, H-L1), schakelen zowel zone1
als zone2 in.
3 4
15
S1
CN4
L1
HEAT(H)
POWER IN
RT1
zone1
25 26
27 28
1 2 3 4 5
29 30 31 32
6 7 8 9 10
CN7
CN30
Method B
(One zone control)
fig. 30 -
25 26
27 28
1 2 3 4 5
29 30 31 32
6 7 8 9 10
CN11
CN7
CN30
Method C
(Double zone control)
COOL(C)
POWER IN
RT2
zone2
fig. 31 -
NL
429