1 Aansluiting bus-kabel
2 Klemlijst externe sensoren
3 Aansluiting stuurspanning
4 Comfortprintplaat
5 Elektrische schakelkast
6 Trekontlastingen
AANWIJZING.
Het bedieningselement van de verwarmings- en
warmtepompregelaar kan door middel van een
geschikte netwerkkabel worden verbonden met
een computer of netwerk, om de verwarmings-
en warmtepompregelaar dan van daar uit te be-
sturen.
Als dit gewenst is, dient tijdens de elektrische
aansluitingswerkzaamheden een afgeschermde
netwerkkabel (categorie 6, met RJ45-connector)
door het apparaat en parallel aan de reeds ge-
installeerde regelkabel van de verwarmings- en
warmtepompregelaar te worden gelegd .
AANWIJZING.
Als aanvullend een elektrisch verwarmingsele-
ment in het warmtapwaterbuffervat wordt inge-
bouwd, moet u dit zelf ter plekke nog zekeren.
AANWIJZING.
Bij het leggen van de kabels binnen in het ap-
paraat dient er rekening mee te worden gehou-
den dat niet-afgeschermde elektriciteitsleidingen
(voeding buitenapparaat) en afgeschermde lei-
dingen (LIN-bus) gescheiden van elkaar moeten
worden gelegd.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053800dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
AANSLUITEN BUS-KABEL
De BUS-kabel strippen en het scherm over de isola-
tie naar achteren schuiven.
Het einde van de geïsoleerde kabel met het scherm
in de schermklem steken.
Het einde met de afzonderlijke draden door een
van beide doorvoeren steken.
Draadaansluiting
1 12 V
2 LIN
3 GND
Onder aan het bedieningsdeel de groene busstekker
uittrekken en de kabel volgens het aansluitschema
aansluiten. Vervolgens de stekker weer aan het be-
dieningsdeel aanbrengen.
Als alle elektrische aansluitingswerkzaamheden vol-
tooid zijn, de schakelkast binnen in het apparaat af-
sluiten. Sluit het apparaat, voor zover binnen korte
tijd niet nog andere installatiewerkzaamheden in het
apparaat moeten worden uitgevoerd.
11