Inhoudsopgave
Advertenties
7 - INSTALLATIEPARAMETERS
■ De installatieparameters kunnen gewijzigd worden met behulp van ruimtethermostaten.
■ Voor toegang tot de modus parameterinstellingen:
- Druk tegelijk op de toetsen
→ De parameter P01 verschijnt
- Selecteer de gewenste parameter met de toetsen
- Om een parameter te raadplegen: toets
- Om een gewijzigde parameter te bevestigen: toets:
→ De gewijzigde waarde knippert gedurende 2 seconden / daarna verschijnt het parameter opnieuw vast: de nieuwe waarde
is opgeslagen
- Om de modus parameterinstellingen te verlaten: toets
→ Bij het verlaten van het menu "parameters" blijft dit ongeveer 2 seconden in beeld, waarna de normale weergave weer
verschijnt (tijd voor het opnieuw instellen van de regelaar)
■ Bij geen actie gedurende meer dan 5 min. achter elkaar verlaat de terminal automatisch de modus parameterinstellingen om
terug te gaan naar de normale weergave. (eventuele wijzigingen van parameters die niet werden bevestigd door
niet opgeslagen).
Parameter
Naam
P01
Zonenummer
Comfort instelpunt
P02
verwarming
Comfort instelpunt koeling Instelpunt voor de regeling van de koeling in de comfortstand P02 + 2,0...P05-0,5
P03
Instelpunt spaarstand
P04
verwarming
Instelpunt spaarstand
P05
koeling
Instelbereik instelpunten
P06
comfort
Geen instelling
P07
instelpunten comfort
Werkstand geactiveerd
P08
door de toets stand-by van
de gebruikersterminal
Temperatuurweergave op
P09
de terminal
Weergave van de
P10
verschuiving van de
instelling
Selectie
temperatuursensor (indien
P11
toepassing gerecyclede
lucht)
Kalibrering van de sensor
P12
S1
Kalibrering van de
P13
kamersensor
Actierichting van
P14
het hulpcontact op ingang
D1
Actierichting van
P15
het hulpcontact op ingang
D2
Functie van de
P16
ingang D1
V300
en
gedurende 5 s
en
Uitleg
Met dit zonenummer kan de link worden gemaakt met de
zonetimer V300
Instelpunt voor de regeling van de verwarming in de
comfortstand
Instelpunt voor de regeling van de verwarming in de
spaarstand
Instelpunt voor de regeling van de koeling in de spaarstand
Liniaal voor de maximum verschuiving +/- van het instelpunt
voor apparaten met kamermeting
Definieert de weergaveresolutie voor de verschuiving van het
instelpunt comfort voor apparaten met kamermeting
0 = Comfort → Uit
1 = Comfort → Vorstvrij
2 = Comfort → Eco
3 = Comfort → Eco → Vorstvrij → Uit → Comfort
Weergave van de werkelijke temperatuur op het display van
het apparaat in de kamer:
1 = Ingesteld
2 = Gemeten
Weergave van de werkelijke waarde van de
temperatuurverschuiving:
1 = Geen weergave (staafgrafiek)
2 = Weergeven verschuiving + staafgrafiek
3 = Weergeven instelling + staafgrafiek
Selectie van de regelsensor
0 = Voorrang retoursensor
1 = Voorrang kamersensor master
Correctiefactor voor de sensor S1
Correctiefactor voor de kamersensor
Het hulpcontact op ingang DI1 kan normaal gesloten zijn of
normaal open zijn:
0 = Normaal open
1 = Normaal gesloten
Het hulpcontact op ingang DI2 kan normaal gesloten zijn of
normaal open zijn:
0 = Normaal open
1 = Normaal gesloten
Dankzij deze parameter kan deze ingang meerdere functies
hebben:
0 = Niet actief voor de regeling
1 = Vorstvrij
2 = Eco
3 = Alarm
4 = Luchtzuivering lage snelheid
5 = Luchtzuivering middelste snelheid
6 = Uit
Regelbereik
1...6
P04 + 0,5...P03-2,0
stappen van 0,5
stappen van 0,5
P53 + 0,5...P02-0,5
stappen van 0,5
P03 + 0,5...40
stappen van 0,5
0,0...9,0 resolutie
gedefinieerd door
P07
0,5 : 1,0
0...3
1 : 2
1 : 2 : 3
0 : 1
- 9,9...+ 9,9
resolutie van 0,1
- 9,9...+ 9,9
resolutie van 0,1
0 : 1
0 : 1
0...6
NL-10
worden
Param. schrijven over
Standaardwaarde
slave
1
X
19,0
X
26,0
X
14,0
X
32,0
X
4,0
X
1,0
X
1
X
2
X
1
X
1
X
0
0
1
X
1
X
1
X
Advertenties
Inhoudsopgave
