Afdrukken
Voor het afdrukken
• Zorg dat de printer correct op de computer is
aangesloten (pagina 11).
• Zorg dat het papier correct in de papierlade wordt
geplaatst (pagina 12).
Printerdisplay
1
Zet de printer en de computer uit.
Na een paar seconden moet het printerdisplay
verschijnen zoals hieronder is afgebeeld. Als
READY wordt weergegeven, is de printer klaar om
af te drukken.
Het display verandert
overeenkomstig het
afdrukpakket dat in de
lade is geplaatst.
PAPER: als het
afdrukpakket UPP-725
Thermal Paper in de lade
is geplaatst.
FILM: als het afdrukpakket
UPT-735BL Blue Thermal
Film in de lade is
geplaatst.
Opmerking
Zet de computer niet aan of uit als deze toegang
heeft tot een harde schijf of een ander medium.
2
Stuur de afbeelding van de computer en dergelijke
naar de printer en voer vervolgens het
afdrukcommando in of druk op de PRINT-knop van
de printer.
14
Afdrukken
2
1
Afdrukhoeveelheid
1 Terwijl de printer de afbeelding van de
computer ontvangt, wordt het volgende bericht
weergegeven:
De gegevens worden opgeslagen in het
geheugen van de printer.
2 De opgeslagen afbeelding wordt afgedrukt
zodra het afdrukcommando via de computer
wordt ingevoerd of de PRINT-knop van de
printer wordt ingedrukt.
Geeft aan dat de printer bezig is met
afdrukken.
3 Het duurt ca. 40 seconden voordat er een afdruk
uit de papiersleuf komt. Als de afdruk is
voltooid, keert de printer terug in de stand-
bymodus.
Opmerkingen
• Tijdens het afdrukken dient u niet op de EJECT
TRAY-knop te drukken om de papierlade te
verwijderen of het onderhoudsluik te openen.
• Trek het papier er niet uit voordat de printer klaar is
met afdrukken.
• Laat nooit meer dan 10 afdrukken op het deksel van de
papierlade liggen om het ophopen van het papier te
voorkomen.
Het opnieuw afdrukken van een afbeelding
Voer de afdruktaak opnieuw uit met behulp van het
afdrukmenu van de computer of druk op de PRINT-knop
van de printer. De gegevens van de afbeelding die in het
geheugen zijn opgeslagen, worden opnieuw afgedrukt.