NEDERLANDS
3. Draai het afdekglas van de lamp naar
links en verwijder het.
4. Reinig de glasafdekking.
5. Vervang het ovenlampje door een
hittebestendig ovenlampje van 25 W, 230
V (50 Hz), 300 °C (type: G9).
Probleemoplossing
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Problemen oplossen
Probleem
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
Het display toont een foutco‐
de die niet in deze tabel
staat.
6. Plaats het afdekglas terug.
Mogelijke oorzaak
De oven staat uit.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Automatische uitschakeling
is actief.
Het kinderslot is geactiveerd.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De zekering is doorgeslagen.
Het lampje is stuk.
Er is een elektrische fout.
oplossing
Oven inschakelen.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instellin‐
gen correct zijn.
Raadpleeg 'Automatisch uit‐
schakelen'.
Raadpleeg 'Gebruik van het
Kinderslot'.
Sluit de deur volledig.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa‐
teur.
Vervang het lampje.
• Zet de oven uit via de
huiszekering of de veilig‐
heidsschakelaar in de ze‐
keringkast en schakel de‐
ze weer in.
• Neem contact op met het
servicecentrum als de
foutcode op het display
blijft terugkomen.
32