®
ABB i-bus
KNX
Ingebruikname
Objectwaarde "Logische poort 1"
na terugkeer busspanning
Opties:
Deze parameter bepaalt welke waarde het communicatieobject Log. poort 1 toegewezen krijgt bij
terugkeer van de busspanning.
•
Niet beschrijven: na terugkeer van de busspanning blijft de waarde 0 in het communicatieobject
Schakelen aanwezig. Deze waarde blijft aanwezig tot het communicatieobject via de bus veranderd
wordt. Pas op dat tijdstip wordt de contactpositie opnieuw berekend en ingesteld. Ongeacht de waarde
van het communicatieobject Schakelen wordt de juiste status van de contactstand weergegeven met
het communicatieobject Status schakelen. Voorwaarde is echter dat op de uitgangen A, C, E, G, I, K
geen handmatige schakeling heeft plaatsgevonden.
Opmerking
De waarden van de communicatieobjecten Log. poort 1/2 worden bij uitval van de busspanning
opgeslagen. Bij terugkeer van de busspanning worden deze waarden weer hersteld.
Als er geen waarden aan de communicatieobjecten Log. poort 1/2 zijn toegewezen, worden
deze gedeactiveerd.
Bij een reset via de bus blijven de waarden van de communicatieobjecten Log. poort 1/2
ongewijzigd.
Is voor de parameter Functie van de poort de optie GATE geselecteerd, dan verschijnt de volgende
parameter:
GATE blokkeert als objectwaarde
"Logische poort 1" gelijk aan
Opties:
Deze parameter bepaalt bij welke waarde het communicatieobject Logische poort 1 de GATE blokkeert.
Het gevolg van een blokkering is dat telegrammen die op het communicatieobject Schakelen worden
ontvangen, worden genegeerd. Zolang GATE geactiveerd is, houdt de uitgang van de logische poort de
waarde die als laatste naar de ingang van de gate is verzonden. Na het blokkeren van de gate houdt de
uitgang van de gate de waarde die de uitgang vóór de blokkering had.
Na vrijgave van de gate blijft deze waarde behouden totdat een nieuwe waarde wordt ontvangen.
Voor meer informatie, zie: Functieschema, p. 126
De GATE wordt bij uitval van de busspanning gedeactiveerd en blijft ook bij terugkeer van de busspanning
gedeactiveerd.
Logische poort 2 activeren
Voor deze parameter gelden dezelfde instelmogelijkheden als voor Logische poort 1 activeren.
54 2CDC506083D3101 | JRA/S 6.230.3.1
Niet beschrijven
Met 0 beschrijven
Met 1 beschrijven
1
0