®
ABB i-bus
KNX
Ingebruikname
3.4.4.2
Communicatieobjecten Uitgang A
Nr.
75
Dit communicatieobject is vrijgegeven als de optie Schakelactor voor de parameter Modus uitgang in het parametervenster
Uitgang A,B: Modus is geselecteerd.
Dit communicatieobject is bedoeld voor het AAN en UIT schakelen van de uitgang. Via het schakelcommunicatieobject
ontvangt het apparaat een schakeltelegram.
Sluiter:
Telegramwaarde
Opener:
Telegramwaarde
76
Dit communicatieobject is vrijgegeven als de optie Ja voor de parameter Functie Tijd vrijgeven in het parametervenster
Uitgang A,B: Schakelactor is geselecteerd.
Met dit communicatieobject kan de uitgang gedwongen worden ingeschakeld.
Ontvangt dit communicatieobject een telegram met waarde 1, dan wordt de uitgang ingeschakeld, ongeacht de waarde van
het communicatieobject Schakelen, en blijft hij ingeschakeld totdat het communicatieobject Continu-AAN de waarde 0 krijgt.
Na het beëindigen van de toestand Continu-AAN wordt de toestand van het communicatieobject Schakelen gebruikt.
Continu-AAN schakelt alleen AAN en "bedekt" de andere functies. Dit betekent dat de andere functies, zoals
Trappenhuisverlichting, op de achtergrond doorlopen, maar geen schakelhandeling activeren. Na afloop van Continu-AAN
wordt de schakelstand ingesteld die zonder Continu-AAN van kracht zou zijn geweest. Voor de functie Trappenhuisverlichting
is het gedrag na Continu-AAN instelbaar in het Parametervenster Uitgang A,B: Schakelactor - Tijd, p. 42.
Dit communicatieobject kan bijvoorbeeld worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de functie bij onderhouds- en
schoonmaakwerkzaamheden continu AAN blijft. Via het schakelobject ontvangt het apparaat een schakeltelegram.
Na download of busspanningsterugkeer wordt continu-AAN gedeactiveerd.
Telegramwaarde
106 2CDC506083D3101 | JRA/S 6.230.3.1
Functie
Schakelen
1 = AAN schakelen
0 = UIT schakelen
1 = UIT schakelen
0 = AAN schakelen
Opmerking
Door logische poorten of dwangsturingen leidt een wijziging in het communicatieobject Schakelen niet gedwongen
tot een wijziging in de contactstand.
Voor meer informatie, zie: Functieschema, p. 126
Continu-AAN
1 = activeert functie Continu-AAN
0 = Deactiveert Continu-AAN-bedrijf
Objectnaam
Uitgang A
Uitgang A
Gegevenstype
Flags
1 bit
C, W
DPT 1.001
1 bit
C, W
DPT 1.003