®
ABB i-bus
KNX
Ontwerp en toepassing
4.3.4
Uitval van de busspanning
Nadat de contactstanden bij uitval van de busspanning zijn ingesteld, blijft het apparaat buiten werking
totdat de busspanning terugkeert.
Opmerking
De waarden van de communicatieobjecten Log. poort 1/2 worden bij uitval van de busspanning
opgeslagen. Bij terugkeer van de busspanning worden deze waarden weer hersteld.
Als er geen waarden aan de communicatieobjecten Log. poort 1/2 zijn toegewezen, worden deze
gedeactiveerd.
Bij een reset via de bus blijven de waarden van de communicatieobjecten Log. poort 1/2 ongewijzigd.
Bij uitval van de busspanning is de energie op elke uitgang slechts toereikend voor een onvertraagde
schakelhandeling.
Jaloezie
Het gedrag van de jaloezie-/rolluikuitgang is instelbaar. De uitgang kan een willekeurige stand aannemen
of ongewijzigd blijven.
Opmerking
Als de functie Automodus is geactiveerd, wordt de positie van de jaloezie of het rolluik bij uitval van de
busspanning opgeslagen. De jaloezie of het rolluik blijft op dezelfde positie.
Bij terugkeer van de busspanning blijft de positie behouden en is de waarde van het
communicatieobject ongedefinieerd. De waarde wordt pas geactualiseerd na een nieuw
bewegingstelegram.
Als aan het communicatieobject Activering automodus geen groepsadres is toegewezen, wordt de
functie Automodus bij een download gedeactiveerd.
Als de automodus actief is, dan blijft deze ook na een download actief, totdat een handmatige
oversturing wordt uitgevoerd of de automodus via het communicatieobject Activering automodus
gedeactiveerd wordt.
JRA/S 6.230.3.1 | 2CDC506083D3101 139