®
ABB i-bus
KNX
Ingebruikname
Nr.
79
Dit communicatieobject is vrijgegeven als de optie Ja voor de parameter Functie Dwangsturing vrijgeven en 2-bit voor de
parameter Objecttype "Dwangsturing" in het parametervenster Uitgang A,B: Schakelactor zijn geselecteerd.
Via dit communicatieobject kan de uitgang gedwongen worden gestuurd, bijvoorbeeld door een overkoepelende besturing.
De objectwaarde geeft direct de dwangstand van het contact aan:
80
Dit communicatieobject is vrijgegeven als de optie Ja voor de parameter Communicatieobject vrijgeven "Status Schakelen"
1-bit in het parametervenster Uitgang A,B: Schakelactor is geselecteerd.
Er kan worden ingesteld of de communicatieobjectwaarde Nee, alleen actualiseren, Bij verandering, Op aanvraag of Bij
verandering of op aanvraag naar de bus wordt verzonden. De waarde van dit communicatieobject geeft direct de actuele
contactstand van het schakelrelais weer.
De statuswaarde is inverteerbaar.
Telegramwaarde
81
Dit communicatieobject is vrijgegeven als de optie Ja voor de parameter Logische poort 1 activeren in het parametervenster -
Logica is geselecteerd. Het parametervenster - Logica wordt vrijgegeven in het parametervenster Uitgang A,B: Schakelactor.
Via dit communicatieobject kan het eerste van twee logicacommunicatieobjecten aan de uitgang worden toegewezen.
De logische poort wordt ingesteld in het parametervenster - Logica.
Eerst wordt het schakelcommunicatieobject aan het communicatieobject Log. poort 1 gekoppeld. Het resultaat daarvan wordt
aan het communicatieobject Log. poort 2 gekoppeld.
Voor meer informatie, zie: Poort/Logica, p. 131.
82
Zie communicatieobject 81.
108 2CDC506083D3101 | JRA/S 6.230.3.1
Functie
Dwangsturing
0 of 1 = de uitgang wordt niet gedwongen gestuurd.
2 = de uitgang wordt gedwongen uitgeschakeld.
3 = de uitgang wordt gedwongen ingeschakeld.
Status Schakelen
1 = relais AAN of UIT, afhankelijk van parameterinstelling
0 = Relais UIT of AAN, afhankelijk van parameterinstelling
Log. poort 1
Opmerking
De waarden van de communicatieobjecten Log. poort 1/2 worden bij uitval van de busspanning opgeslagen.
Bij terugkeer van de busspanning worden deze waarden weer hersteld.
Als er geen waarden aan de communicatieobjecten Log. poort 1/2 zijn toegewezen, worden deze gedeactiveerd.
Bij een reset via de bus blijven de waarden van de communicatieobjecten Log. poort 1/2 ongewijzigd.
Log. poort 2
Objectnaam
Uitgang A
Uitgang A
Uitgang A
Uitgang A
Gegevenstype
Flags
2 bit
C, W
DPT 2.001
1 bit
C, R, T
DPT 1.001
1 bit
C, W
DPT 1.002
1 bit
C, W
DPT 1.002