Opstellen
Opstellen
Zet het rijdend onderstel op een horizontaal en vlak
oppervlak, om omvallen te voorkomen. Als u dit niet
doet, kan dat leiden tot persoonlijk letsel of schade
aan de apparatuur.
Benodigd gereedschap:
•
Twee verstelbare moersleutels
•
Niet-vonkende hamer of kunststof hamer
•
Momentsleutel
1. Aard het spuitapparaat (zie Aarding, bladzijde 9).
2. Verwijder de pompbescherming (PG).
PG
3. Controleer de pakkingmoer (F). Verwijder de
pakkingmoer en vul die met Throat Seal Liquid (TSL).
Plaats het deksel en draai de pakkingmoer vast (F)
met 135–150 N•m (100–110 ft-lb).
12
4. Plaats weer de pompbescherming (PG).
5. Sluit de zuigslang (N) aan en draai die vast.
6. Sluit de elektrisch geleidende vloeistofslang aan
op de pompuitlaat (P) en draai hem vast.
7. Sluit de elektrisch geleidende vloeistofslang (en
de luchtslang, als u een air-assisted pistool gebruikt)
aan op het pistool en draai haar vast. Controleer
of alle drukaansluitingen goed vast zitten.
8. Sluit het zelfontlastend luchtventiel (B). Bevestig
de hulpslangcontrolekabel (WC) aan de
luchttoevoerslang en sluit aan op de 3/4 inch npt(f)
luchtinlaat (A). Trek de hulpslangcontrolekabel strak.
9. Voor gebruik spoelen en weer vullen. Zie Spoelen
op pagina 15 en Voorpompen op pagina 17.
3A5495A