Installatie
Wandmontagesysteem
OPMERKING: Volg altijd de Drukontlastingsprocedure
op pagina 13 voordat u een pompsysteem aan de wand
bevestigt.
1. Controleer of de wand stevig genoeg is om het
gewicht van het pompsysteem te dragen, inclusief
accessoires, vloeistof, slangen en de mechanische
belasting tijdens het werken van de pomp.
2. Boor vier gaten van 11 mm (7/16 inch), waarbij u
de montagesteun als sjabloon gebruikt. Gebruik
een van de drie groepen gaten in de montagesteun.
Zie de Tekening wandmontage op pagina 37.
3. Zet de montagesteun stevig vast aan de wand met
bouten en sluitringen die sterk genoeg zijn voor
een wandconstructie.
4. Bevestig de hele pomp aan de montagesteun.
5. Sluit de lucht- en vloeistofslangen aan. Zie Opstellen
op pagina 12).
3A5495A
Trechterassemblage
1. Koppel zo nodig de zuigslang (NA) af en verwijder
die.
2. Bevestig de montagesteun (KK) aan het onderstel
(JJ) met de moeren (MM) en schroeven (HH).
3. Bevestig de montagesteun (GG) losjes aan
montagesteun (KK) met de moeren (MM)
en schroeven (HH).
4. Monteer de bocht (PP) en de fitting (BB) aan
de pomp.
5. Monteer fitting (DD) en fitting (CC) aan trechter (EE).
6. Sluit fitting (CC) aan op fitting (BB). Stel de hoogte
van de montagesteun (GG) zo af dat die past onder
de lip onder de trechter (EE). Draai de moeren
aan (MM).
Installatie
11