Opnamen maken
Opnamen maken
De functie wijzigen
De opnamestand dient voor het maken van opnamen en de weergavestand voor
het weergeven of wissen van opnamen.
Schakelen tussen de opname- en weergavestand
• Als u van de opnamestand naar de weergavestand wilt overschakelen,
drukt u op de Q Weergaveknop.
• Als u van de weergavestand naar de opnamestand wilt overschakelen,
drukt u op de Q Weergaveknop of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
De opnamefunctie selecteren
Selecteer de opnamefunctie in het functiepalet. (1blz.48)
Opnamegegevens weergeven in de opnamestand
U kunt bij het maken van opnamen opnamegegevens weergeven op de
LCD-monitor. U kunt de weergavefunctie wijzigen met de OK/Weergaveknop.
Normale weergave
Bij het aanzetten van de camera verschijnen de
opnamegegevens.
1
Opnamestand
2
Flitsinstelling
3
Transportstand
4
Scherpstelinstelling
5
Scherpstelkader
6
Zoomen
7
Kaart/intern geheugen
8
Batterij-indicatie
9
Resterend aantal opnamen
10 Datum en tijd
11 Instelling wereldtijd
12 Antibewegingswaarschuwing
13 Diafragma
14 Sluitertijd
1 2 3 4
5
6
7
1/160
1/160
1/160
09/24/2005
09/24/2005
09/24/2005
F2.6
F2.6
F2.6
14
13
12
11
4
8
9
36
36
36
12:00
12:00
12:00
10
51