De knopfuncties gebruiken
Opnamestand
1
w/x Zoomknop
De grootte van het onderwerp wijzigen. (
2
Q Weergaveknop
De weergavestand activeren. Als u opnieuw op de knop drukt, keert u terug
naar de opnamestand. (
3
Vierwegbesturing
(qs5)
Hiermee wijzigt u de scherpstelinstelling. (1blz.73)
(gh2)
Hiermee wijzigt u de transportstand. (1blz.65 in blz.70)
(3)
Hiermee geeft u het opnamestandpalet weer. (
b
(
)
Hiermee wijzigt u de flitsinstelling. (
4
4
OK/Weergaveknop
Hiermee wijzigt u de informatie die op de LCD-monitor verschijnt. (
Snelinstelling/
5
Hiermee initialiseert u de instellingen van de opnamefuncties. (1blz.102)
U kunt een andere functie toewijzen aan de snelinstellingsknop door
[Snelinstelling] in het menu [A Opnemen] te selecteren. (1blz.94)
6
MENU-knop
Hiermee geeft u het menu [A Opnemen] weer. (
blz.34)
1
(425)
i
knop
1
2
3
4
5
6
blz.32)
1
1
blz.48)
blz.76)
1
blz.43)
1
3
blz.51)
1
39