BEDIENING
Montage
8.2
Toebehoren
Noodzakelijk toebehoren
Voor een gesloten (drukvaste) werkwijze zijn, afhankelijk van de
statische druk, verschillende veiligheidsgroepen leverbaar. Deze
type-gekeurde veiligheidsgroepen beschermen het toestel tegen
een verboden drukoverschrijding.
Overig toebehoren
Voor open werkwijze zijn kranen als toebehoren leverbaar.
Voorbereidingen
8.3
Montageplaats
Het toestel is bestemd voor vaste montage aan de wand. Zorg
ervoor dat de wand voldoende draagvermogen heeft.
Monteer het toestel altijd verticaal, in een vorstvrije ruimte en in
de buurt van het tappunt.
8.4
Wandbevestiging monteren
f U kunt de montagesjabloon gebruiken om de maten af te te-
kenen op de wand.
f Boor de gaten en bevestig de wandbevestiging met schroe-
ven en pluggen. Kies bevestigingsmateriaal dat past bij de
sterkte van de wand.
Oneffenheden kunnen met de bijgevoegde overbruggingshulp-
stukken worden geëgaliseerd.
Bij toestellen met een nominale inhoud van 120 l en 150 l zijn 2
wandbevestigingen vereist.
1
2
1 Overbruggingshulpstuk boven
2 Overbruggingshulpstuk onder
8.5
Elektrische aansluitkabel voorbereiden
120
www.stiebel-eltron.com
270
9.
Montage
9.1
Wateraansluiting
Materiële schade
!
Voer alle werkzaamheden voor wateraansluiting en in-
stallatie uit conform de voorschriften.
Het toestel moet in gesloten (drukvaste) werkwijze met druk-
kranen gebruikt worden. Gebruik bij open (drukloze) werkwijze
open kranen. Sluit de hydraulische aansluitingen met een vlakke
afdichting aan.
9.1.1 Toegelaten materialen
Materiële schade
!
Neem de instructies van de fabrikant en het hoofdstuk
"Technische gegevens/storingssituaties" in acht bij het
gebruik van kunststofbuizen.
De installateur kan de temperatuurinstelling begrenzen
(zie hoofdstuk "Instellingen/temperatuurinstelling be-
grenzen").
Koudwaterleiding
Als materiaal is thermisch verzinkt staal, roestvrij staal, koper of
kunststof toegestaan.
Een veiligheidsklep is vereist.
Warmwaterleiding
Als materiaal zijn roestvrijstalen, koperen of kunststof buizen
toegestaan.
9.1.2 Gesloten (drukvast) voor de voeding van verschillende
tappunten
De max. toegelaten druk mag niet worden overschreden (zie
hoofdstuk "Technische gegevens/gegevenstabel" en de technische
gegevens van de boiler).
f Monteer een type-gekeurde veiligheidsklep in de koudwa-
teraanvoerleiding. Let erop dat daarvoor, afhankelijk van de
statische druk, eventueel ook een reduceerafsluiter nodig is.
f Dimensioneer de afvoerleiding op een wijze dat het water bij
volledig geopende veiligheidsklep ongehinderd kan worden
afgevoerd.
f Monteer de afblaasleiding van de veiligheidsklep met een
constante afwaartse helling in een vorstvrije ruimte.
f De afblaasopening van de veiligheidsklep moet geopend blij-
ven naar de atmosfeer.
9.1.3 Open (drukloos) voor de voeding van één tappunt
Info
Blokkeer de uitloop en de kraanzwenkarm niet.
Gebruik geen straalregelaars of luchtspuiters.
SH S |
43