Installatie
Toebehoren zijn bij Graco verkrijgbaar. Controleer of
toebehoren zoals slangen de juiste maten hebben en
dat ze voldoen aan de drukniveaus en de eisen van
het systeem.
Locatie en montage
Raadpleeg Afmetingen vanaf pagina 33 voor de
juiste locatie en montage van de pomp. Plaats de
pomp altijd zo dat het aandrijfmechanisme, de
ingebouwde scheidingsschakelaar en de ADM
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Bevestig een ketting of haak op het daarvoor
bestemde hefpunt. Gebruik een kraan of vorkheftruck
om de apparatuur van de pallet te heffen. Zie de
hefring (E) in Afbeelding 1 op pagina 7.
Hef de pomp altijd op het daarvoor bestemde
hefpunt (E). Hef nooit op een andere manier.
Wanneer u niet bij het juiste hefpunt tilt, kan er
schade aan het pompsysteem ontstaan.
Er zijn drie pompmontageopties beschikbaar van
Graco: een pompstandaard, een wandmontage
en een adapter voor vloermontage. Zie Sets en
toebehoren vanaf pagina 28 voor informatie over het
installeren van een pomp met deze montageopties.
Zorg er altijd voor dat de pomp waterpas staat. Als u
de pompstandaard gebruikt, kunt u de basis indien
nodig waterpas zetten met behulp van metalen
vulplaatjes. Zet de standaard of vloermontage vast
met ankers die lang genoeg zijn om te voorkomen
dat de pomp kantelt.
Raadpleeg het Patroon bevestigingsgaten
elektrisch aandrijfmechanisme op pagina 35
om het aandrijfmechanisme op de standaard of
wandmontage te monteren nadat u deze op de juiste
manier aan de vloer of wand hebt bevestigd.
3A9397H
LET OP
Aarding
De apparatuur moet worden geaard om het risico
op statische vonken en elektrische schokken te
beperken. Door elektrische of statische vonken
kunnen dampen ontbranden of ontploffen.
Een onjuiste aarding kan elektrische schokken
veroorzaken. Aarden biedt de elektrische stroom
een ontsnappingsdraad.
Elektrische pomp: de pomp is geaard via de
voedingskabel.
Vloeistofslangen: gebruik alleen elektrisch
geleidende slangen met een gezamenlijke slanglengte
van maximaal 150 meter (500 ft), om de continuïteit
van de aarding te waarborgen. Controleer de
elektrische weerstand van de slangen. Als de totale
weerstand van de aarde meer dan 29 megaohm is,
vervang dan de slang onmiddellijk.
Doseerventiel: aard deze door aansluiting op de
goed geaarde vloeistofslang en pomp.
Vloeistoftoevoerreservoir: volg de ter plekke
geldende voorschriften.
Emmers met oplosmiddel bij het spoelen: neem de
ter plekke geldende voorschriften in acht. Gebruik
alleen geleidende metalen emmers; plaats ze op een
geaarde ondergrond. Plaats het vat niet op een
niet-geleidend oppervlak, zoals papier of karton,
omdat dat de aardingsweg onderbreekt.
Voor een doorlopende aarding bij het spoelen of
bij het ontlasten van de druk: houd een metalen
gedeelte van het doseerventiel stevig tegen een
geaarde metalen emmer en schakel dan pas het
ventiel in.
Voedingsvereisten
Het systeem vereist een eigen groep, beschermd met
een stroomonderbreker.
Spanning
200-240 VAC
400-480 VAC
Installatie
Fase
Hz
Stroom
1
50/60
20 A
1
50/60
10 A
9