Installatie
Voeding aansluiten
Alle elektrische bedrading moet worden verzorgd
door een gediplomeerd elektricien en aan alle ter
plaatse geldende verordeningen en regelgeving
voldoen.
De letters tussen haakjes worden in dit hoofdstuk
gebruikt als verwijzing naar bijschriften in hoofdstuk
Identificatie van componenten vanaf pagina 7.
1. Knip de voedingskabels af op de volgende
lengtes:
•
Aarddraad - 16,5 cm (6,5 inch)
•
Stroomkabels - 7,6 cm (3,0 inch)
•
Monteer waar nodig koppelringen.
Zie Afbeelding 3.
A
. 3: Voedingskabel
FB
2. Verwijder de vier schroeven om het deksel van de
aansluitdoos en de ingebouwde
scheidingsschakelaar (J) te scheiden van de
aansluitdoos (F) op het elektrische
aandrijfmechanisme.
F
J
A
. 4: Het deksel van de aansluitdoos verwijderen
FB
10
OPMERKING: In de aansluitdoos worden de
voedingsdraden naar het aandrijfmechanisme
aangesloten op klemmen 3L2 en 5L3 op het
uitschakelblok. Zie Afbeelding 5 voor de locaties
van de klemmen.
Voeding naar
Aandrijf-
mechanisme
Loskoppelen
Blok
A
. 5: Aansluitingen klemmen
FB
3. Steek de voedingskabel door de kabelwartel
en in de aansluitdoos.
Kabelwartel
Voor de duidelijkheid zijn stroomkabels naar
het aandrijfmechanisme niet getoond
A
. 6: Voeding aansluiten
FB
4. Raadpleeg Afbeelding 5 en sluit de draden van
de voedingskabel aan op de klemmen 4T2 en
6T3. Elke draad kan op een van beide klemmen
worden aangesloten.
5. Bevestig de aarddraad aan een van de twee
aardklemmen in de aansluitdoos zoals
aangegeven in Afbeelding 6.
Inkomende
Voeding
3A9397H