2.
Indienststelling
De regelaar starten
2.1.
Om de regelaar in werking te stellen dient u te drukken op de gemarkeerde locatie op het scherm. Het volgende
bericht wordt weergegeven : «de regelaar activeren ?»
Nadat u hebt bevestigd, drukt u op
menu
Druk op
of rechts naar links te laten schuiven. Druk op het pictogram en bevestig wanneer de tekst «stoppen van de
circuits en beveiligingen ?» wordt weergegeven.
Let op : wanneer de regelaar stilligt (noch actief, noch in waakstand), is de vriesbescherming niet
actief.
Het is aangeraden om de regelaar niet stil te leggen maar om de modus «Stopmodus» te kiezen
voor de betreffende circuits.
Ingestelde temperaturen
2.2.
De gewenste omgevings- of watertemperaturen kunnen voor ieder verwarmingscircuit afzonderlijk
opgegeven worden voor de modi «dag» (comfort) en «nacht» (verlaagd). Voor de SWW-productie
is slechts één optie mogelijk.
U kunt het circuit kiezen en de waarde wijzigen door de regel op het scherm te selecteren.
Voor de weersafhankelijke verwarmingscircuits wordt de gewenste temperatuur aangehouden vanaf het moment
waarop het circuit aangestuurd wordt door een bedieningspaneel met meting van de omgevingstemperatuur.
Als de omgevingstemperatuur niet wordt gecontroleerd, worden de gewenste temperaturen pas aangehouden
als de stookcurve correct is. De omgevingstemperatuur kan zodoende kamer per kamer verfijnd worden, bijv.
door thermostatische kranen.
Het is ook mogelijk om de temperaturen te kiezen door middel van het (de) controlescherm(en).
Tijdens de winter bedraagt het aanbevolen maximale verschil tussen dag en nacht 3 °C.
SWW-tank
De gewenste temperatuur in de SWW-tank kan gewijzigd worden door te klikken op de regel van de gevraagde
SWW-temperatuur.
U kunt de gewenste temperatuur ook instellen met het hoofdcontrolescherm.
De SWW-productie is pas actief indien er een sonde in de SWW-tank aangesloten is op de regelaar.
12
om de regelaar in werking te stellen.
en vervolgens op
om de regelaar te stoppen en de weergave van links naar rechts