5P3
Oorzaak: Vlam verlies als de ketel in bedrijf is; ketel ontstak correct en de ionisatie stroom valt weg na de veiligheidstijd.
1.
Controleer de dynamische gasdruk met alle gastoestellen aan. De voordruk mag dan niet lager zijn dan
20mbar, zowel voor aardgas als voor propaan op vollast;
2.
Controleer of de gas/lucht afstelling correct is zowel op vollast als op laaglast, zie onderstaande tabel;
3.
Controleer of de ketel goed geaard is;
4.
Controleer het rookgasafvoersysteem op beschadigingen en recirculatie;
5.
Als de dynamische voordruk correct is zet de ketel uit, dek met de hand de lucht aanzuigbuis met de hand
voor 50% af en laat de ketel opnieuw starten als de ketel gestart is haal je hand weg van de luchtaanzuigbuis.
Blijft de ketel aan controleer dan de O
direct uitgaat bij nieuwe of net bijgevulde propaan installaties, controleer of de tank goed ontlucht is en het
gas/lucht mengsel correct is;
6.
Als de ketel normaal start en dan op storing 5P3 gaat controleer via het kijkglas de brander op blauwe vlam
pieken of scheurtjes. Controleer en vervang alle beschadigde en defecte onderdelen. LET OP de klemstangen
moeten weer Juist gemonteerd worden;
7.
Als de brander goed is controleer de ionisatie kabel tussen elektrode en Stuurautomaat op aansluiting en/of
beschadigingen, vervang indien nodig. Controleer de ionisatie elektroden en maak schoon of vervang indien
nodig;
8.
Controleer of de ionisatiestroom >0,5μA is;
9.
Controleer of het gasblok 230V krijgt tijdens bedrijf. Indien er geen spanning is op het gasblok controleer de
connectoren op het gasblok en op de stuurautomaat, controleer de bekabeling. Als er geen spanning komt
vanaf de stuurautomaat vervang deze;
10.
Als er spanning staat op de connectoren, draai de gaskraan dicht sluit de manometer aan op de meetnippel
voor de gasvoordruk en controleer of deze constant blijft. Laat de ketel starten, de voordruk moet nu naar
0mbar gaan, is dit niet het geval of gaat dit erg langzaam kan er een probleem zijn met het gasblok. Vervang
het gasblok en doe de test opnieuw. Controleer en reinig de Venturi en vervang alle pakkingen die los zijn
geweest;
11.
Als het gasblok normaal opent en de ketel ontsteekt niet. Controleer of de ontsteek elektrode goed functio -
neert, verwijder de ontsteek elektrode en plaats deze op een geaard deel van de ketel. Draai de gaskraan
dicht en laat de ketel starten, controleer de vonk. De ontsteektrafo moet tijdens de ontsteking op de ingaande
kant (dus niet de kant waar de elektrode is aangesloten, 230 volt krijgen. Bij het terugplaatsen de pakking
vervangen;
12.
Controleer de ontsteekelektrode, de opening tussen de 2 elektroden moet tussen de 3 en 4 mm zijn en reinig
deze, ook de ionisatieelektrode met fijn schuurpapier;
13.
Controleer of het luchtoevoer / rookgasafvoersyteen voldoet aan de specificaties in het installatie voorschrift;
14.
Controleer of de warmtewissellaar niet verstopt is (rookgaszijdig);
15.
Controleer of de condensafvoer van de ketel schoon/open is;
16.
Controleer of een eventuele ombouw correct gedaan is;
17.
Vervang de stuurautomaat als bovenstaande OK is.
O
controle op vollast (Stap 1)
2
Vollast
O
2
Waarden geldig bij gesloten mantel/luchtkast.
* Alleen mogelijk met ingebouwde propaanombouwset!
13
Omschrijving: Flame lift
afstelling van de ketel en corrigeer indien noodzakelijk. Indien de ketel
2
Aardgas
Nominaal 4,7%
Minimaal 3,6%, maximaal 5,5%
Propaan*
Nominaal 5,1%
Minimaal 4,1%, maximaal 5,8%