Bediening Geavanceerde Displaymodule (ADM)
Bediening
Bediening Geavanceerde
Bediening
Wanneer de hoofdvoeding wordt aangezet door
de hoofdschakelaar (MP) naar de AAN-stand te
draaien, wordt het welkomstscherm getoond
totdat de communicatie en initialisatie zijn
afgerond.
Vervolgens wordt het pictogram 'aan-/uitknop'
getoond tot de aan-/uitknop
voor het eerst wordt ingedrukt nadat het
systeem is opgestart.
Om de ADM te kunnen gebruiken, moet
het apparaat actief zijn. Controleer of de
machine actief is door te controleren of het
indicatielampje voor de systeemstatus groen
brandt, zie
Geavanceerde weergavemodule
(ADM - Advanced Display Module), page
Als het indicatielampje voor de systeemstatus
niet groen brandt, druk op de aan-uitknop
van de ADM
. Het indicatielampje voor de
systeemstatus gaat geel branden als de machine
is uitgeschakeld.
34
Geavanceerde Displaymodule
Geavanceerde
van de ADM
Displaymodule
Displaymodule (ADM)
Als de weerstandsmodus van de slang is
ingeschakeld, wordt er een herinnering
weergegeven als de ADM actief is.
Druk op de schermtoets Doorgaan
scherm te verlaten.
Voer de volgende taken uit om uw systeem
volledig in te stellen.
1. Selecteer de drukwaarden om het
drukbalansalarm te activeren. Zie
Systeemscherm 1, page
2. Voer recepten in en activeer of deactiveer
ze. Zie
22.
3. Stel de algemene systeeminstellingen in. Zie
Geavanceerd scherm 1 — Algemeen, page
37.
4. Stel de meeteenheden in. Zie
Geavanceerd scherm 2 — Eenheden, page
5. Stel de USB-instellingen in. Zie
Geavanceerd scherm 3 — USB, page
6. Stel de richttemperaturen en de druk in. Zie
Doelwaarden, page
7. Stel het toevoerniveau van component A en
component B in. Zie
(ADM)
(ADM)
38.
Scherm Recepten, page
42.
Onderhoud, page
om een
39.
37.
37.
42.
335040H