Voorzienbaar misbruik
7
Gebruik van het product zonder instructies
•
Toepassing buiten de gebruiksgrenzen
•
Het onklaar maken van veiligheidsvoorzieningen
•
Het verwijderen van waarschuwingsstickers
•
Openen van het instrument met gereedschap , bijv. een schroevendraaier, tenzij dit
•
is toegestaan voor bepaalde functies
Gebruik met accessoires van andere fabrikanten zonder voorafgaande schriftelijke
•
uitdrukkelijke toestemming van Leica Geosystems AG
Modificatie of aanpassing van het instrument
•
Opzettelijk verblinden van derden; ook in het donker
•
Onvoldoende veiligheidsvoorzieningen op de werklocatie
•
Opzettelijk of onverantwoord gedrag op steigers, bij het beklimmen van ladders,
•
bij het meten in de buurt van draaiende machines of open machine-elementen of
installaties
Direct in de zon richten
•
Optiek is beslagen of nat. Vóór metingen moeten condensatievocht en spatwater
•
met een geschikte doek worden verwijderd van direct toegankelijke delen zoals de
optische uitvoer.
Het apparaat verplaatsen tijdens de metingen. Probeer het apparaat tijdens het
•
meten stil te houden
Stoffige atmosfeer. Zorg ervoor dat de lenzen van het instrument tijdens het meten
•
stofvrij zijn. Maak indien nodig schoon met een borstel
Metingen in regen, sneeuw, mist of andere atmosferische omstandigheden tussen
•
het apparaat en het richtpunt
Metingen in sterke elektrische en magnetische velden, die niet volledig kunnen wor-
•
den uitgesloten in de buurt van transformatoren, sterke magneten, voedingssyste-
men, enzovoort.
Metingen met de laserstraal in de onmiddellijke nabijheid van sterk reflecterende
•
oppervlakken
Veiligheidsvoorschriften