Voordat de accu voor de eerste keer wordt gebruikt, moet deze worden opgeladen,
•
omdat deze met een minimale lading wordt geleverd.
Het toegestane temperatuurbereik voor het opladen is van 5 °C tot +40 °C/+41 °F
•
tot +104 °F. Voor een optimale lading adviseren wij, waar mogelijk, de accu's bij een
lage omgevingstemperatuur (+10 °C tot +20 °C/+50 °F tot +68 °F) op te laden.
Het is normaal dat de accu warm wordt tijdens het laden. Als de door Leica
•
Geosystems aanbevolen opladers worden gebruikt, is het niet mogelijk de accu's
te laden zodra de temperatuur te hoog is
Voor nieuwe accu's of accu's die lange tijd lagen opgeslagen (> drie maanden),
•
volstaat het om een ontlaad- en laadcyclus uit te voeren
Voor li-ionbatterijen is een enkele ontlaad- en laadcyclus voldoende. Wij adviseren
•
dit proces uit te voeren, als de aangegeven lading op de oplader of op een Leica
Geosystems-product duidelijk verschilt met de werkelijk beschikbare accucapaciteit.
VOORZICHTIG
Het apparaat toont de meldingcode 298
Interne diagnostiek wijst op een mogelijke zwelling van de li‑ionbatterij.
Voorzorgsmaatregel:
▶
Schakel het apparaat uit en gebruik het niet meer.
▶
Vervang de batterij voordat u het apparaat weer gebruikt.
19
Instrument opstellen