6
Handmatige defibrillatie (alleen Prof)
6.1 Overzicht
Handmatige defibrillatie is alleen beschikbaar in configuratietype Prof. In dit hoofdstuk komen de voorbereiding en
uitvoering van asynchrone defibrillatie en synchrone cardioversie met multifunctionele elektrodepads aan de orde.
In de modus Handmatige defibrillatie beoordeelt u de ECG-golfvormen, beslist u of defibrillatie of cardioversie
noodzakelijk is, selecteert u de gewenste energiesterkte, laadt u het apparaat en dient u de schok toe. Via tekstberichten
op het scherm krijgt u relevante informatie en aanwijzingen bij de defibrillatie.
6.2 Veiligheid
GEVAAR
Defibrillatiestroom kan ernstig letsel of zelfs de dood van de gebruiker en omstanders tot gevolg hebben.
Raak tijdens defibrillatie nooit de patiënt aan of objecten die in contact staan met de patiënt (waaronder
het bed of de brancard).
Vermijd contact tussen lichaamsdelen van de patiënt zoals blote huid van hoofd of ledematen, geleidende
vloeistoffen zoals gel, bloed of zoutoplossing, en metalen voorwerpen zoals het frame van het bed of de
brancard; deze kunnen de defibrillatiestroom geleiden.
Let erop dat de multifunctionele elektrodepads elkaar niet raken of in contact komen met andere
ECG-bewakingselektroden, leadwires, metalen onderdelen, enzovoort. Contact met metalen objecten
tijdens defibrillatie kan een elektrische boog en brandwonden bij de patiënt veroorzaken en kan tot gevolg
hebben dat de stroom van het hart wordt weggeleid.
Om te voorkomen dat u een schok krijgt, moeten uw handen tijdens handmatige defibrillatie droog zijn en
mag er geen geleidende gel op zitten.
Wees alert wanneer u dit apparaat gebruikt in de nabijheid van zuurstofbronnen (zoals
beademingsballonnen of slangen van beademingsapparatuur). Schakel tijdens defibrillatie de gasbron uit
of verwijder de bron uit de nabijheid van de patiënt. Hiermee voorkomt u explosiegevaar.
6-1