Telefoonboek, geheugentoetsen en lijsten gebruiken
Alarmmodus programmeren
Voorwaarde: De alarmmodus is niet geac-
tiveerd.
¢
Instellingen
§Menu§
¢
¢
Naamtoetsen
§OK§
(geheugentoets I geselecteerd)
¢
¢
Alarmmode
§OK§
~
Telefoonnummer invoeren of wijzi-
gen en
indrukken.
§OK§
~
Naam invoeren of wijzigen en
indrukken.
Volgende nummer?
Bevestig met
§Ja§
mers wilt invoeren. U kunt tot vier alar-
mnummers invoeren
Intern bellen
Bevestig met
§Ja§
van de alarmtoets naast de opgeslagen
nummers een interne oproep wilt acti-
veren.
Naam/adres opnemen
Bevestig met
§Ja§
inspreken (bijv. naam en adres) die na
het indrukken van de alarmtoets auto-
matisch bij het opgeroepen toestel
wordt weergegeven. De meldtekst
wordt ter controle weergegeven en kan
eventueel worden gewijzigd of gewist.
De alarmmodus is geactiveerd.
Let op:
Controleer de juiste werking van de alarmmo-
dus nadat u de functie heeft geprogrammeerd.
Alarmnummers wijzigen/wissen
Voorwaarde: De alarmmodus is geacti-
veerd.
¢
Instellingen
§Menu§
¢
¢
Alarmnummer
wijzigen/Invoer verwijderen
Wijzig/wis nu de gewenste vermeldingen.
Als uw toestel op een telefooncentrale is
aangesloten, dient u zo nodig het voorkie-
snummer (netlijncode) in te voeren als eer-
ste cijfer van uw vermelding (zie gebruiks-
aanwijzing van de telefooncentrale).
18
¢
§OK§
¢
I: <geen invoer>
¢
§Menu§
§OK§
als u meer alarmnum-
als u bij het indrukken
als u een tekst wilt
¢
§OK§
¢
Invoer
§Menu§
¢
§OK
Let op
De noodoproeptekst die de ontvanger van uw
noodoproep hoort, bestaat uit 2 of 3 tekstde-
len. Eerst hoort de opgeroepen persoon tekst-
deel 1, vervolgens tekstdeel 2 en tot slot tekst-
deel 3. Als u geen persoonlijke noodoproep-
tekst (tekstdeel 2) heeft opgenomen, bestaat
de noodoproep alleen uit tekstdeel 1 en tekst-
deel 3.
– Tekstdeel 1 (standaard ingesteld):
"Dit is een Noodoproep."
– Tekstdeel 2 (persoonlijke noodoproeptekst):
Deze tekst kunt u zelf inspreken (zie
pagina 18). U geeft hier bijvoorbeeld uw
naam en adres aan. Voorbeeld:
"Dit is Anton Meier, Breitnerlaan 18 in Woer-
den"
– Tekstdeel 3 (standaard ingesteld):
"Om de noodoproep te beantwoorden,
.
toets u een 5
"
Alarmmodus in- en uitschakelen
¢
Instellingen
§Menu§
¢
(‰ = aan)
§OK§
Ga voor het inschakelen van de alarmmo-
dus te werk zoals beschreven in de para-
graaf "Alarmmodus programmeren
(pagina 18).
Nummerherhalingslijst
In de nummerherhalingslijst staan de tien
nummers die als laatste op de handset zijn
gekozen (maximaal 22 cijfers). Als een van
deze nummers in het telefoonboek staat,
wordt de bijbehorende naam weergege-
ven.
Uit nummerherhalingslijst kiezen
Displaytoets indrukken.
Herh.
q
Vermelding selecteren.
c
Verbindingstoets indrukken. Het
nummer wordt gekozen.
¢
¢
Alarmmode
§OK§