Figuur 13
1. Geleider van riemspanner
2. Bout en moer
4.
Gebruik een grote sleutel om de riemspanner
rechtsom te draaien tot de sticker op een lijn
staat met 15° op de riemspannerbuis.
Belangrijk:
Stel de riemspanner zo dicht
mogelijk tegen 15° af zonder onder de 15°
te gaan.
Als u de riemspanner te ver over 15° draait,
kan de riem te hard gespannen worden; als
u de riemspanner onder 15° draait, zit de
riem te los. In beide gevallen kan de machine
worden beschadigd.
5.
Steek de bout in de uitgelijnde geleidergaten en
bevestig met de moer.
Belangrijk:
Als de gaten niet precies
uitgelijnd zijn, moet u de geleider één gat
naar boven draaien tot het uitgelijnd is.
6.
Draai de bout aan de achterzijde van het frame
vast om de riemspanner te borgen.
7.
Monteer het scherm van de aandrijving op de
rotorbehuizing; gebruik hierbij de bouten en
moeren die u eerder verwijderd hebt.
g027368
3. Bout (achterzijde van
frame)
Stalling
1.
Reinig de machine grondig. De rotorbehuizing
moet vrij zijn van vuil, bladeren en afval.
2.
Controleer de bandenspanning; zie
Bandenspanning controleren (bladz.
3.
Draai al het bevestigingsmateriaal indien nodig
vast.
4.
Smeer of olie alle smeer- en draaipunten. Neem
overtollig vet op.
5.
Smeer de sleuven van de aftakas in met een
laagje vet.
6.
Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of
geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt
worden. Eventuele deuken in de metalen
carrosserie herstellen.
21
12).