behoren werkt. Verhelp het probleem als het
systeem niet naar behoren werkt.
5.
Ga op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op
N
, zet de schakelhendel op N
EUTRAAL
en stel de parkeerrem in werking.
6.
Start de motor, zet de schakelhendel op M
of T
.
RANSPORT
Als de motor afslaat, betekent dit dat het
veiligheidssysteem naar behoren werkt.
Verhelp het probleem als het systeem niet naar
behoren werkt.
7.
Blijf op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op
N
, zet de schakelhendel op N
EUTRAAL
en stel de parkeerrem in werking.
8.
Start de motor.
9.
Zet de parkeerrem vrij, zet de schakelhendel op
M
en beweeg omhoog uit de stoel.
AAIEN
Als de motor afslaat, betekent dit dat het
veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp
het probleem als het systeem niet naar behoren
werkt.
10.
Blijf op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op
N
, zet de schakelhendel op N
EUTRAAL
en stel de parkeerrem in werking.
11.
Start de motor.
12.
Beweeg de bedieningshendel van de
hefinrichting naar voren om de maaidekken
neer te laten. De maaidekken moeten omlaag
bewegen, maar mogen niet gaan draaien.
Als ze beginnen te draaien werkt het
veiligheidssysteem niet naar behoren; verhelp
het probleem voordat u de machine gebruikt.
Met de machine rijden
zonder te maaien
Verzeker dat de maaidekken volledig zijn geheven.
Zet de schakelhendel op T
remmen om de machine langzamer te laten rijden
als u een steile helling afrijdt om te voorkomen dat u
de macht over het stuur verliest. Verminder altijd uw
snelheid als u oneffen terrein nadert en rij voorzichtig
in sterk glooiend gebied. Zorg ervoor dat u vertrouwd
raakt met de breedte van het voertuig. Probeer niet
tussen objecten te rijden die dicht bij elkaar staan,
teneinde dure schade en uitvaltijd te voorkomen.
Maaien
Voordat u greens gaat maaien, moet u een open
ruimte zoeken om het starten en stoppen van de
machine, het omhoog en omlaag brengen van de
maaidekken en het nemen van bochten te oefenen.
EUTRAAL
AAIEN
EUTRAAL
EUTRAAL
. Gebruik de
RANSPORT
Controleer of er vuil op het gazon ligt, verwijder de
vlag van de cup, en bepaal in welke richting u het
beste kunt maaien. Ga hierbij uit van de voorgaande
maairichting. Maai altijd in een ander maaipatroon
,
dan het vorige, zodat de grassprieten minder snel plat
gaan liggen en daardoor moeilijker tussen de messen
van de messenkooi en het ondermes kunnen komen.
1.
Rij naar de green met de schakelhendel in de
M
AAISTAND
2.
Begin aan 1 rand van de green zodat u kunt
maaien in banen.
Opmerking:
een minimum en zorgt voor een verzorgd en
,
aantrekkelijk maaipatroon op de greens.
3.
Activeer de bedieningshendel van de
hefinrichting op het moment dat de voorste
randen van de grasmanden over de buitenrand
van de green komen.
Opmerking:
neer op de grasmat en start u de messenkooien.
Belangrijk:
en daarom moet u zich de timing eigen
maken die nodig is om het maaien van
,
overgebleven gras tot een minimum te
beperken.
4.
Zorg ervoor dat een nieuwe maaibaan de vorige
maaibaan zo weinig mogelijk overlapt.
Opmerking:
gazon in een rechte lijn maait en de machine
op een gelijke afstand van de rand van de
vorige maaibaan blijft, moet u uitgaan van een
denkbeeldige zichtlijn, ongeveer 1,8 tot 3 m vóór
de machine tot de rand van het ongemaaide
deel van de green
bestuurders vinden het handig de buitenrand
van het stuurwiel deel te laten uitmaken van de
zichtlijn; d.w.z. de rand van het stuurwiel in een
rechte lijn te houden ten opzichte van een punt
dat altijd op dezelfde afstand van de voorkant
van de machine blijft.
5.
Als de voorste randen van de manden over de
rand van het gazon komen, moet u de hendel
van de hefinrichting naar achteren houden tot
alle maaidekken opgetild zijn. Hiermee brengt
u de messenkooien tot stilstand en brengt u de
maaidekken omhoog.
Opmerking:
juiste moment te doen zodat u de boord niet
maait maar wel zo veel mogelijk gazon maait.
Zo moet u later minder gras rond de buitenrand
maaien.
6.
U kunt de werktijd bekorten en de machine
eenvoudig voor de volgende maaibaan
opstellen door de machine een ogenblik in de
27
en de gashendel op vol gas.
Dit beperkt de verdichting tot
Hiermee laat u de maaidekken
Maaidek 1 heeft een vertraging,
Om ervoor te zorgen dat u het
(Figuur
22). Sommige
Het is belangrijk om dit op het