1
1. Borgpen
Opmerking: Bij het maaien op schuine oppervlakken
wordt een vast stuurbereik aanbevolen.
11
De gazoncompensatie-
instellingen afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Belangrijk: Stel de veer af als het maaidek is
gemonteerd aan de tractie-eenheid, recht naar voren
wijst en is neergelaten op de vloer van de werkplaats.
1. Monteer de borgpen in de achterste opening in de
veerstang
(Figuur
15).
G015977
Figuur 14
g015977
1. R-pen
2. Veerstang
2. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van
de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte
veer 15,9 cm bedraagt
Opmerking: Als u de machine gebruikt op oneffen
terrein, moet de veer 12,7 mm korter zijn.
Opmerking: De gazoncompensatie-instelling dient
opnieuw te worden ingesteld als de diepte van het
verticuteermes gewijzigd wordt.
11
Figuur 15
3. Gazoncompensatieveer
4. Zeskantige moeren
(Figuur
15).
g196971