5. Schroef de slangfittings van de dwarsslang op de fittings
van de T-fitting en de verdeler van de achtertractie, en
draai vast tot 51 à 63 Nm.
De slang van de achtertractie monteren
1. Lijn de fitting van de slang van de achtertractie uit door
de beklede geleider van de steunbeugel, en schuif de
slang door de beugel (Figuur 15).
Figuur 15
1. Slang achtertractie
2. Beklede geleider
3. Steunbeugel
2. Lijn de achterste fitting van de slang van de achtertractie
uit met de tussenschotfitting (Figuur 16).
4. Tussenschotfitting
5. Schutbord
1. Stroomverdeler
2. Rechte hydraulische fitting 5. Tussenschotfitting
3. Voorste fitting (slang
achtertractie)
3. Lijn de voorste fitting van de slang van de achtertractie
uit met de rechte hydraulische fitting in poort M3 van
de stroomverdeler (Figuur 16).
4. Neem de dop van de tussenschotfitting die u hebt
aangebracht in stap 3 van De hydraulische slangen
verwijderen (bladz. 2).
5. Schroef de slangfittings van de slang van de
achtertractie op de fittings in de stroomverdeler en de
tussenschotfitting, en draai de fittings vast tot 116 à
142 Nm.
De hydraulische drukslang monteren
1. Verwijder de dop van het uiteinde van de hydraulische
drukslang die u hebt aangebracht in stap 3 van De
hydraulische slangen verwijderen (bladz. 2).
2. Verwijder de 45°-fitting aan de drukslang van de rechte
fitting in de hydraulische pomp (Figuur 17).
8
Figuur 16
4. Achterste fitting (slang
achtertractie)
6. Schutbord