Bestandopties (
å Alle onbeveiligde bestanden in de submap DCIM op de
geheugenkaart worden verwijderd. Onthoud dat dit niet-
beveiligde opnamen permanent zal verwijderen. Belangrijke
opnamen dienen op een computer te worden opgeslagen
voordat ze verwijderd worden. De beginafbeelding is opgesla-
gen in het interne geheugen van de camera (en dus niet op
de geheugenkaart) en wordt dan ook niet verwijderd als u alle
bestanden van de geheugenkaart verwijdert.
Opnamen beveiligen
U kunt bepaalde opnamen beveiligen (vergrendelen), zodat ze niet
gewist kunnen worden. Met dit menu kunt u ook de beveiliging van
opnamen opheffen (ontgrendelen).
1. Druk op de knop Omhoog / Omlaag en
selecteer de menutab [Beveiligen]. Klik
vervolgens op de knop Rechts.
2. Selecteer het gewenste submenu door op
de knop Omhoog/Omlaag te drukken en
druk op de knop OK.
[Select.] : Het keuzescherm voor het
beveiligen/ontgrendelen van een
afbeelding wordt getoond.
- Omhoog / Omlaag / Links / Rechts:
Selecteer een foto.
- Knop OK : Beveilig / ontgrendel de
opname
- Knop Fn: Uw wijzigingen worden
opgeslagen en het menu zal
verdwijnen.
086
)
Wissen
Beveiligen
Select.
Gezicht registreren
Alles
Prullenbak
Spraakmemo
DPOF
Kopie
Terug
Instellen
11
12
1
3
Select.
Instellen
[Alles]: Beveilig / ontgrendel alle
opgeslagen opnamen.
- Wanneer u een afbeelding beveiligt, wordt
het beveiligingspictogram weergegeven
op het LCD-scherm. (Een niet-beveiligde
opname heeft geen indicator.)
- Een beveiligde opname is uitsluitend
beveiligd tegen wissen via de functie
[Verwijder]. Als de functie [Formatteren]
wordt gekozen, worden ook beveiligde
opnamen gewist.
å Beeldbescherming wordt ingeschakeld wanneer u een af-
beelding in afspeelmodus selecteert en op de knop beeldbe-
scherming (
:Uit
:Uit
5
Wissen
Beveiligen
Gezicht registreren
Alles beveiligen?
Prullenbak
Spraakmemo
DPOF
Kopie
Terug
) drukt.
:Uit
Vergrendel
:Uit
Ontgrendel
Instellen