De opnamemodus kiezen
De modus Programma gebruiken (
Door de modus Smart Auto te selecteren instelt u de camera met
optimale instellingen. U kunt nog steeds alle functies handmatig
con gureren.
1. Kies de programmamodus met behulp
van de moduskiezer. (p. 21)
2. Druk op de menuknop om geavanceerde
functies in te stellen.
)
Het diafragma gebruiken. Sluiterprioriteit-modus (
Wanneer u de diafragmawaarde of sluitertijd con gureert, wordt
automatisch de juiste diafragmawaarde of sluitertijd gekozen. Wan-
neer u een diafragmawaarde instelt, stelt de camera de sluitertijd
automatisch bij. Wanneer u de sluitertijd selecteert, selecteert de
camera een diafragmawaarde voor optimale belichting.
1. Selecteer het diafragma.
Sluiterprioriteit-modus met behulp van
de moduskiezer. (p. 21)
2. Selecteer een diafragmawaarde of
sluitersnelheid door de Smart Dial
te draaien. Een "
" pictogram zal
zichtbaar worden op het geselecteerde
item.
3. Selecteer de diafragmawaarde of
sluitersnelheid door te drukken op de
linker of rechterknop en dan aan te
passen een gewenste waarde door de
Smart Dial te draaien.
4. Richt de camera op het onderwerp en
stel de opname samen door het LCD-
scherm te gebruiken.
5. Druk op de sluiterknop om een
opname vast te leggen.
)
023