Functies (
)
Modus Gebruikersinstelling
U kunt uw eigen opnamemodus gebruiken
door de opnameopties op te slaan die
zijn ingesteld in de modi [Programma],
[Diafragma. Sluiterprioriteit] en [Handmatig].
Stel een gewenste optie in en sla de
instellingen op.
Ê
De itsmodus instellen
1. Selecteer een modus uit de modi [Programma], [Diafragma.
Sluiterprioriteit] en [Handmatig].
2. Selecteer de gewenste modus.
3. Selecteer [Gebruikermodusinstelling] in het menu [Functies].
4. Selecteer [Gebruikermodus 1] of [Gebruikermodus 2] door op de
knoppen LINKS / RECHTS te drukken en druk op de knop OK om
de instellingen op te slaan.
060
Framestabilisator voor lmclip
Deze functie helpt u bij het stabiliseren van
opnamen die zijn vastgelegd tijdens het
opnemen van lmclips. U kunt dit menu
uitsluitend in de modus Filmclip kiezen.
Gebruikermodusinstelling
Terug
Verpl.
Ä
[Uit]: De functie framestabilisator lmclip
wordt uitgeschakeld.
[Aan]: Hiermee wordt voorkomen dat de camera gaat trillen tijdens het
opnemen van een lm.
Het bereik van het opnameframe wordt kleiner bij de selectie van deze
menuoptie.
Stabilisator
Terug
Verpl.