De displays bovenin het scherm kunnen twee types
informatie aangeven. Druk lichtjes op elke weer-
gave tot de display de gewenste informatie toont.
Indien gewenst kunt u
ook het volume bijstellen
door de Volume toe-
name of afname toetsen
op het bedieningspaneel
aan te raken.
Raak de menutoetsen of de Stoptoets op het
bedieningspaneel lichtjes aan om de wor-
kout te onderbreken. Raak de Starttoets of de
Hervatten toets lichtjes aan om met de workout
verder te gaan. Raak de Einde Workout toets
[END WORKOUT] lichtjes aan om de workout te
beëindigen.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Aandacht: het bedieningspaneel kan uw hart-
slag niet goed aangegeven als u de borstkas
hartslagmonitor draagt en tegelijkertijd de
handgreep met hartslagmonitor gebruikt. Zie
bladzijde 13 voor meer informatie over de borstkas
hartslagmonitor.
Verwijder de
velletjes plastic
van de metalen
contactpunten op
de sensorstang
voordat u de
handgreep met
hartslagmonitor
gebruikt. Zorg er
ook voor dat uw
handen schoon
zijn.
Ga, om uw hartslag te meten, op de voetrails
staan en houd de sensorstang ongeveer tien
seconden lang vast met uw handpalmen op de
metalen contactpunten– beweeg uw handen niet.
Verhogen
Verlagen
Contactpunten
Als uw hartslag waargenomen wordt, zal uw hart-
slag getoond worden. Voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde, dient u de contactpunten gedu-
rende 15 seconden vast te houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschillende snelheidsinstel-
lingen en een automatische instelling. Als de
automatische instelling gekozen is, zal de snelheid
van de ventilator automatisch toenemen en afne-
men als de snelheid van de loopband toeneemt en
afneemt.
Druk herhaaldelijk op de
Handmatig [MANUAL]
ventilator toets om een
ventilatorsnelheid te
kiezen of om de venti-
lator uit te zetten. Druk
herhaaldelijk op de Automatisch [AUTO] ventilator
toets om de automatische instelling te kiezen of om
de ventilator uit te zetten.
8. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u
klaar bent met oefenen.
Ga op de voetrails staan, raak de Stoptoets [STOP]
aan en stel de hellingstand van de loopband op
nul procent. De helling van de loopband moet
op nul procent staan wanneer u de loopband
in de opbergstand wil inklappen anders kan de
loopband beschadigd worden. Trek vervolgens
de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze
op een veilige plek.
Zet de stroomschakelaar in de uitstand en trek het
snoer uit het stopcontact wanneer [OFF] u klaar
bent met de loopband. beLANgriJk: als u dit
niet doet, kunnen de elektrische onderdelen
van de loopband voortijdig slijten.
19