6 Installatie
Tab.31
Voedingsspanning
Voeding
Zekeringen
Voedingsaansluitkabel
40
Voor de netvoeding wordt gebruik gemaakt van de voorbedrade
aansluitkabel in het apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door
de fabrikant, zijn servicedienst of een persoon met een gelijkwaardige
vakkennis, teneinde ieder gevaar uit te sluiten.
Sluit het apparaat aan op een circuit dat voorzien is van een meerpolige
schakelaar met een contactopeningsafstand van 3 mm of meer.
Alle andere uitwendige aansluitingen kunnen uitgevoerd worden met
behulp van de aansluitstekkers (laagspanning).
Tab.30
België
De aarding dient te voldoen aan RGIE-norm.
Opgelet
Houd de sensorkabels gescheiden van de 230 V stroomkabels,
zowel buiten als binnen de ketel.
De installatie moet voorzien zijn van een hoofdschakelaar.
Alle aansluitingen worden gemaakt op de hiervoor bedoelde
klemmenstroken in het aansluitkastje van de ketel.
Het beschikbare vermogen per uitgang is 450 W (2 A, met cos ϕ = 0,7) en
de startstroom moet lager dan 16 A zijn. Indien de belasting één van deze
waarden overschrijdt, dient de opdracht worden afgelost door behulp van
een relais dat in geen geval gemonteerd mag zijn in het bedieningspaneel.
De som van de stroomsterkten van alle uitgangen mag niet meer dan 4 A
bedragen.
Belangrijk
Het niet-naleven van deze regels kan interferenties veroorzaken
en leiden tot een slechte werking van de regeling en eventuele
beschadiging van de elektronische circuits.
6.9.2
Elektrische voeding
230 V AC/50 Hz
Eenfase
4 A voor de CU-OH-04 hoofdbesturingsprint
2,5 A voor de optionele SCB-04 besturingsprint
De zekeringen beschermen de PCB's.
Voorbedraad in de ketel
7754919 - v01 - 28012020