3.
VOEDSELVEILIGHEID
Voorkom dat je ziek wordt van besmet voedsel. Draag zorg voor een goede hygiëne! Dit betekent
handen wassen voor, Ljdens en na het bereiden van voedsel. Het gebruik van schoon keukengerei en
het afgesloten en koel bewaren van voedingsmiddelen. Dit laatste geldt zeker voor rauw vlees en vis.
Voorkom kruisbesmenng tussen groente, vis en vlees. Gebruik keukengerei (zoals snijplanken, mes-
sen of spatels), dat in aanraking is geweest met rauw vlees of vis, niet meer voor andere producten.
Was het keukengerei tussendoor af met heet water en afwasmiddel. Werk met producten op kamer-
temperatuur. Bevroren producten dienen, bij voorkeur, vooraf ontdooit te worden.
Afankelijk van het gekozen bereidingsproces dient u rekening te houden met de volgende zaken;
In rauwe vis en rauw vlees kunnen ziekmakers ziden. Je voorkomt ziek worden door vlees en vis goed
gaar te maken. Vis moet minimaal op 60 °C worden verwarmd. Vlees en kip moet minimaal tot 75 °C
graden worden verwarmd. De SLOW COOK programma's zijn zo ingesteld dat de bereidingstempera-
tuur voldoende hoog is. De bereidingsLjd kunt u, onder andere bij het stomen, zelf aanpassen. Zorg
ervoor dat uw gerecht voldoende de Ljd heec om in het geheel te garen.
Bij het sauteren en braden kunt u vlees aanbakken. Dit aanbakken zorgt voor een bruine korst. Deze
korst voegt smaak en karakter toe aan het gerecht door het ontwikkelen van zogenaamde Maillard-
reacLeproducten, die ontstaan bij hoge temperaturen en zorgen voor een complexe smaak. Het, te
ver, aanbakken van vlees kan juist de voedselveiligheid in gevaar brengen. Indien uw product zwart
aangebrand is (verkoold) dient u dit niet meer te consumeren. In verkoold vlees kunnen kankerver-
wekkende polycyclische aromaLsche koolwaterstoffen (PAK's) ziden.
3