Inhoudsopgave
Advertenties
11 = aansluiting voor mono microfoon voor het linker
kanaal bij stereo opnemen; voor mono microfoon bij
mono opnemen; voor stereo microfoon en voor
telefoonspoel
12 = aansluiting voor mono microfoon voor het rechter
kanaal bij stereo opnemen
13 = aansluiting voor hoofdtelefoon
voor meeluisteren
tijdens opnemen en voor weergeven
14= terugspoeltoets - drukken voor snel terugspoelen tot
h e t « begin van een opname of van de band
15 = vooruitspoeltoets drukken voor snel vooruitspoelen
tot het begin van een opname of het einde van de
band
16 = starttoets - drukken voor het starten van opname en
weergave
17 = pauzetoets drukken voor korte onderbrekingen
tijdens opnemen en weergeven, zonder dat de opneem-
toets (18) wordt ontgrendeld; de pauzetoets doet geen
dienst bij snel terug- en vooruitspoelen
18= opneemtoets - drukken voor opnemen in combinatie
met de starttoets (16) en de pauzetoets (17)
19= stoptoets - drukken voor beëindigen van opnemen,
weergeven en snel spoelen. N.B. U kunt ook zonder de
stoptoets te gebruiken overgaan van snel terug- op snel
vooruitspoelen of van weergeven op snel spoelen of
omgekeerd door zondermeer de bewuste toets te
drukken en deze gedrukt te houden tot de band in de
gewenste richting gaat lopen
20= netschakelaar - voor het in- en uitschakelen van de
recorder
21 = opneemniveauregelaar — voor het instellen van het
opneemniveau van het linker kanaal bij stereo opnemen
met de microfoon(s), van het opneemniveau bij mono
opnemen met de microfoon en voor het instellen van
het opneemniveau van het te copiëren signaal bij
multiplay
22 = opneemniveauregelaar - voor het instellen van het
opneemniveau van het rechter kanaal bij stereo opne-
men met de microfoon(s)
23 = opneemniveauregelaar - voor het instellen van het
opneemniveau bij opnemen van elke andere signaalbron,
die met de ingangskeuzeschakelaar (5) is gekozen
24 = toonregelaar — voor het instellen van de lage tonen bij
weergeven
25 = toonregelaar - voor het instellen van de hoge tonen bij
weergeven
26 = geluidssterkteregelaar - voor het regelen van de
geluidssterkte bij weergeven
27 = balansregelaar - voor het instellen van de balans tussen
het linker en rechter kanaal bij stereo weergeven
28 = opneemniveau-indicator — voor controle van het
opneemniveau van het linker kanaal- bij stereo opnemen
en van het opneemniveau bij mono opnemen
29 = opneemniveau-indicator — voor controle van het
opneemniveau van het rechter kanaal bij stereo
opnemen
30= spanningskiezer - voor het instellen op de juiste
netspanning
31 = aansluiting voor luidsprekerbox - rechter kanaal
32= aansluiting voor luidsprekerbox - linker kanaal
33 = aansluiting voor afstandsbediening
34 = "monitor"-aansluiting - voor versterker^tweede
recorder (alleen voor weergeven)
35 = aansluiting voor grammofoon met HiFi-dynamisch of
-keramisch opneemelement (zonder ingebouwde
voorversterker)
36 = aansluiting voor grammofoon met kristal of keramisch
opneemelement, radio, versterker, tweede recorder
enz. (alleen weergeven)
37 = aansluiting voor radio, versterker of tweede recorder
(opnemen en weergeven)
38 = aansluiting voor radio-afstemeenheid (tuner). N.B.
Radio-versterker combinatieapparaten moeten op bus
36 of 37 worden aangesloten
De cijfers bij de bedieningsorganen en aansluitingen worden
steeds herhaald in de tekst.
HANDGREEP
Uitklappen: Druk op één kant van de handgreep: de andere
kant komt dan omhoog en de handgreep kan worden
uitgeklapt (fig. 3).
Inklappen: Druk eerst één kant van de handgreep naar
beneden en vervolgens de nog omhoogstaande kant.
AFNEMEN VAN HET DEKSEL
Druk de beide sluitingen aan de zijkant open, duw ze helemaal
door en laat ze los. Klap het deksel omhoog tot het loodrecht
t.o.v. de recorder staat en schuif het naar rechts uit de
scharnieren (fig. 4).
Breng, als de recorder niet wordt gebruikt, het deksel weer
aan ter bescherming tegen stof.
Plaats hiervoor de scharnierpennen van het deksel op de
scharniergleuven van de recorder. Houd het deksel loodrecht
t.o.v. de recorder en schuif het naar links in de scharnieren.
Klap het deksel omlaag en maak de sluitingen vast.
AANSLUITEN OP HET LICHTNET
Zet de recorder verticaal neer en neem het deksel van het
opbergvak in de achterkant af door de sluitingen samen te
drukken. Neem het netsnoer uit het vak en controleer nu
eerst voor u het netsnoer in het stopcontact steekt of het
getal op de spanningskiezer tegenover het driehoekje overeen-
komt met de spanning van uw lichtnet. Is dit niet het geval,
dan moet de spanningskiezer (Fig. 5) met een muntstuk
worden verdraaid (linksom vanaf het getal 220 of rechtsom
vanaf het getal 240), tot het juiste getal tegenover het
driehoekje komt en u een klik hoort. De recorder kan op
deze manier worden ingesteld voor 110 (100 - 120), 127
(115 - 130), 220 (200 - 230) of 240 (230 - 250) V.
Er is geen omschakeling nodig voor 50 Hz of 60 Hz wissel-
spanning. Sluit nu het netsnoer aan op het lichtnet.
Het deksel van het opbergvak heeft een uitsparing, waardoor
het netsnoer en eventueel aangesloten verbindingskabels
kunnen worden geleid,zodat het opbergvak desgewenst kan
worden gesloten als de recorder in gebruik is.
IN- EN UITSCHAKELEN
Inschakelen: Druk de netschakelaar (20) in; de ingeschakelde
functies en de opneemniveau-indicators (een of beide, al naar
gelang de stand van de spoorkeuzeschakelaar) worden verlicht
Uitschakelen: Druk de netschakelaar (20) nogmaals in; de
verlichting dooft
N.B. Schakel het apparaat nooit uit terwijl de band nog in
beweging is. Druk in dit geval eerst even de stoptoets (19) in.
5
Advertenties
Inhoudsopgave
