Voorbereiding
Configureren van de instelling van de functieknoppen vanuit het beeldscherm
∫
met opname-informatie op de monitor.
Het aanraken van [Fn] op het beeldscherm met opname-informatie op de monitor
stelt u ook in staat om het scherm weer te geven in stap
Gebruik van de functieknoppen met aanraakhandelingen
∫
[Fn5], [Fn6], [Fn7], [Fn8] en [Fn9] worden gebruikt door de functieknoppen aan te raken.
1 Raak [ ] aan.
2 Raak [Fn5], [Fn6], [Fn7], [Fn8] of [Fn9] aan.
•
De toegeschreven functie zal werken.
•
Sommige functies kunnen niet gebruikt worden, afhankelijk van de modus of het weergegeven
beeldscherm.
•
Als [Focus instellen] ingesteld is, is het mogelijk om het beeldscherm voor de instelling van of
de AF-zone of MF Assist weer te geven.
•
Als [Terug naar standaard] ingesteld is, zullen de instellingen van de functieknoppen weer op
de fabrieksinstelling gezet worden.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
[Fn2] kan in de volgende gevallen niet gebruikt worden.
–
[Miniatuureffect]/[Kleuraccent]/[Zonneschijn] (Creative Control modus)
–
[Multi-belicht.]
•
[Fn3] kan niet gebruikt worden tijdens Time Lapse Shooting.
•
[Fn5], [Fn6], [Fn7], [Fn8] en [Fn9] kunnen niet gebruikt worden wanneer de zoeker in gebruik
is.
3
.
49
(P71)
Fn5
Fn6
Fn6
Fn6
Fn7
Fn8
Fn9