Instellingen van brandpunt en belichting
•
De belichting wordt bijgesteld in overeenstemming met het vergrendelde onderwerp als
[Meetfunctie] op [
•
Als het vergrendelen niet lukt, zal de AF-zone in het rood knipperen en verdwijnen. Probeer
nog een keer te vergrendelen.
•
AF Tracking kan onder bepaalde beeldomstandigheden uitgeschakeld zijn, als het erg donker
is bijvoorbeeld. In dat geval zal de AF-modus als [Ø] werken.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
In de volgende gevallen, werkt [
–
[Glinsterend water]/[Fonkelende verlichting]/[Bloemen]/[Monochroom] (Scene Guide modus)
–
[Sepia]/[Zwart-wit]/[Dynamisch zwart/wit]/[Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Zachte focus]/
[Sterfilter]/[Zonneschijn] (Creative Control modus)
–
[Zwart-wit] ([Fotostijl])
–
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
•
Dynamische opsporing-functie zou niet kunnen werken in de volgende gevallen:
–
Wanneer het onderwerp te klein is
–
Wanneer de opnameplaats te donker of te helder is
–
Wanneer het onderwerp te snel beweegt
–
Wanneer de achtergrond dezelfde of soortgelijke kleur heeft als het onderwerp
–
Wanneer er beeldbibber is
–
Als de zoom wordt gebruikt
] gezet is.
(P168)
] als [Ø].
151