Instelling van de spanning van de koppelingskabel :
Deze waarde kan worden afgesteld zonder gereedschap nadat het
hiervoor bedoelde wieltje op de inrichting is losgedraaid. Draai het
wieltje weer vast als de afstelling is uitgevoerd.
8•4 CONTROLE VAN DE
BEVEILIGINGSINRICHTINGEN
• Controleer of de beveiligingsbediening goed werkt : boog voor het
vasthouden van de beveiligingsbediening losgelaten = het maaimes
stopt in minder dan 3 seconden.
• Controleer regelmatig of de veiligheidsspatlap er nog zit en in
goede staat verkeert. Laat hem vervangen zodra hij tekenen van
beschadiging vertoont.
Laat het beveiligingssysteem controleren door uw ETESIA verkoper
als u iets vreemds in de werking constateert.
8•5 REGELMATIG ONDERHOUD VAN DE
MOTOR
8•5•1 SMEREN - OLIE VERVERSEN
Controleer regelmatig het oliepeil van de motor : elke 5 uur of voor
ieder gebruik.
• Zet de mulchmaaier op een horizontale open plek.
• Maak de omtrek van de vulpijp en de dop zorgvuldig schoon.
• Draai de dop van de vulpijp los en haal de peilstok eruit.
• Veeg de peilstok met een schone doek af, doe hem terug in de
vulpijp en draai de dop weer vast.
• Draai de dop opnieuw los en haal de peilstok eruit om het oliepeil te
controleren: het spoor dat de olie op de peilstok achterlaat moet het
merkteken " F " bereiken. Eventueel bijvullen. Vul de olietank niet
tot boven het merkteken " F " van de peilstok.
• Draai de dop van de vulpijp goed vast voordat u de motor start.
Ververs de olie van de motor na de eerste 5 bedrijfsuren, vervolgens
elke 50 uur of elk jaar. Ververs de olie elke 25 uur in geval van
gebruik bij hoge omgevingstemperatuur en hoge belasting.
Laat de olie er door de vulopening voor de olie uitlopen als de motor
nog warm is. De olie loopt dan makkelijker weg dan wanneer hij
koud is.
• Sluit de benzinekraan voordat u de mulchmaaier kantelt om de
olie eruit te laten lopen en laat de motor draaien tot de carburateur
leeg is.
• Draai de dop van de vulpijp los zolang de motor nog warm is en
haal de peilstok eruit, kantel vervolgens de mulchmaaier op zijn
linkerkant boven een bak waarin u de gebruikte olie opvangt als
deze uit de vulpijp loopt (afbeelding 17).
WEES VOORZICHTIG MET DE VERWIJDERDE
WARME OLIE.
• Zet de mulchmaaier terug op zijn wielen.
• Maak de omtrek van de vulpijp en de peilstok zorgvuldig schoon.
• Doe er langzaam nieuwe olie in door de vulopening.
• Controleer het oliepeil. Eventueel bijvullen.
Geef de afgewerkte olie af bij een goedgekeurd afvalverwerkingstation.
8• ONDERHOUD
8
5
2 LUCHTFILTER (AFBEELDING 18)
•
•
Pleeg regelmatig onderhoud aan het luchtfilter van de motor :
elke 50 uur of een maal per jaar. Maak het vaker schoon als de
mulchmaaier in zeer stoffige omgeving wordt gebruikt.
• Schroef de knop (a) los en haal het deksel (b) van de
luchtfilter.
• Verwijder het papieren element (d) van de basis en de voorfilter
(c) van het deksel.
• Was of vervang het voorfilteronderdeel elk jaar of na telkens
25 uur werking, doe dit vaker in heel stoffige of vuile
werkomstandigheden.
• Installeer het nieuwe filterelement met de geplooide kant naar
buiten en plaats de rubberen dichting op de boorden van de
basis.
• Monteer het deksel van de voorfilter en de luchtfilter opnieuw en
schroef het vast met de knop.
8•5•3 BOUGIE
Voor een goede werking van de motor, mag de ontstekings-
bougie niet vuil zijn en de afstand moet op de correcte wijze
worden ingesteld.
• Haal de bougiedop eraf en haal de ontstekingsbougie eruit m.b.v.
een bougiesleutel.
Pas op dat u uzelf niet brandt als de motor net heeft aangestaan.
• Kijk goed naar de ontstekingsbougie en gooi hem weg als
de elektroden zijn versleten of als de isolator is gebarsten of
bladdert. Maak de bougie in geval van hergebruik schoon met
een metalen borstel.
• Meet de breedte (a) tussen de elektroden (afbeelding 19) m.b.v.
een diktemeter. Corrigeer deze zo nodig door de elektrode (b) te
bewegen. De wijste moet 0,75 mm zijn.
• Vervang de bougie elke 100 bedrijfsuren of elk jaar. Aarzel niet
om een versleten bougie te vervangen.
• Controleer of het ringetje van de ontstekingsbougie in goede staat
verkeert en draai de bougie met de hand vast om de schroefdraad
niet te beschadigen.
• Nadat u de ontstekingsbougie op zijn plaats heeft gezet, draait
u hem vast m.b.v. een bougiesleutel om het ringetje samen te
drukken.
• Draai voor het installeren van een nieuwe ontstekingsbougie 1/2
slag na zijn basis om het ringetje samen te drukken. Voor het
installeren van een oude bougie, draait u 1/8 - 1/4 slag na de basis
om het ringetje samen te drukken.
De ontstekingsbougie moet goed worden aangedraaid. Als de
bougie slecht is aangedraaid, kan hij aanzienlijk opwarmen en de
motor beschadigen.
8•5•4 KOELSYSTEEM - CARBURATEUR
• Verwijder regelmatig de grasresten rond de startinrichting. Haal
het gras dat zich heeft kunnen ophopen weg bij het luchtrooster
en rondom de motor. U heeft zo de garantie van een constante
en efficiënte koeling van uw motor. Het stangenstelsel van de
carburateur moet perfect schoon worden gehouden.
Gebruik altijd een bougie die een geschikte
temperatuurwaarde heeft.
15