Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voorbereiding En Ingebruikname; Gebruik - Etesia ME53C Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

6• VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNAME
6•1 DE DUWBOOM
• Vouw de duwboom uit (afbeelding 1), en let er hierbij op dat de
kabels voor de bediening op afstand goed zitten.
• Draai de 2 vlindermoeren (a afbeelding 2) van de middelste
bevestiging van de duwboom aan waarbij u moet controleren of
de touwgeleider van de startinrichting aan de rechterkant van de
duwboom op de goede plaats zit (b afbeelding 2).
Er mag geen enkele speling in de bevestigingen zitten.
• Plaats de duwboom op de hoogte die u afhankelijk van uw lengte
hebt gekozen (3 standen mogelijk) (c afbeelding 2).
• Zet de 2 schroefknoppen op hun plaats en draai ze goed aan.
• Haal vervolgens de knoop uit het touw van de startinrichting zodat
dit automatisch kan oprollen.
6•2 VOORBEREIDING VAN DE MOTOR -
OLIE - BRANDSTOF
Om transportredenen, zit er geen olie in het motorcarter.
7•1 INSTELLING VAN DE MAAIHOOGTE
(AFBEELDING 4)
Zet de motor altijd af voor u begint met instellen.
• Om de maaihoogte hoger te zetten, draait u de instelgreep in de
richting die met "+" is aangegeven.
• Om de maaihoogte lager te zetten, draait u de instelgreep in de
richting die met "-" is aangegeven.
Een numeriek display dat op een van de voorwielen zit geeft de
waarde van de maaihoogte in millimeters.
Pas de maaihoogte aan aan de hoogte en de dichtheid van
het gras en de weersomstandigheden.
• Stel de maaihoogte van tevoren in afhankelijk van de hoogte van
het te maaien gras (afbeelding 5).
• Stel de instelling van de maaihoogte bij afhankelijk van de
maaiomstandigheden (afbeelding 4). Als het te maaien gras heel
dicht is of nat, is het beter de maaihoogte te verhogen.
7•2 AAN EN AFZETTEN VAN DE MOTOR EN
HET MAAIMES
Controleer voordat u de motor aanzet, of het mes goed is gemonteerd
en aangedraaid. Het maaimes staat in directe verbinding met de
motor en draait zodra deze wordt aangezet.
Start de motor niet wanneer het maaimes zich in contact bevindt
met lang en ongemaaid gras, aangezien dit problemen zou kunnen
opleveren bij het starten. Til uw mulchmaaier nooit op bij het aanzetten
en evenmin als het maaimes draait. Houdt uw voeten altijd uit de buurt
van het maaimes.
• Open het brandstofkraantje (afbeelding 6).
• Ga achter de duwboom staan (afbeelding 7).
• Til de boog voor het vasthouden van de veiligheidsbediening
omhoog (afbeelding 8).
Alvorens de motor te starten, moet u de olie bijvullen (afbeelding
3). Gebruik olie van uitstekende kwaliteit, klasse " SJ" en met een
viscositeit SAE 30 of 10W30.
• Zet de mulchmaaier op een horizontale open plek.
• Draai de dop van de vulpijp los (a afbeelding 3).
• Giet de olie er langzaam in. De inhoud van de olietank is 0,60 liter.
• Veeg de peilstok met een droge doek af, doe hem terug in de vulpijp
en draai de dop er weer op.
• Draai de dop opnieuw los en haal de peilstok eruit om het oliepeil
te controleren. Het spoor dat de olie maakt moet tot het merkteken
" F " komen (b afbeelding 3). Vul eventueel bij.
• Vul de olietank niet tot voorbij het merkteken " F " van de peilstok.
• Draai de dop van de vulpijp stevig aan voor u de motor start.
Doe vervolgens de tank vol met loodvrije super. Gebruik "verse"
brandstof.
• Koop alleen de hoeveelheid brandstof die u binnen 1 maand zult
gebruiken.
• De brandstof is extreem brandbaar : rook niet als u de tank vult.
7• GEBRUIK
• Gebruik de spanningshefboom van de veiligheidsbediening
(afbeelding 9).
• Klap de boog voor het vasthouden neer op de duwboom terwijl u de
spanningshefboom in werking laat (afbeelding 9).
• Zet de motor aan door aan de greep van de startinrichting te trekken
(afbeelding 7).
• Breng de greep van de startinrichting weer terug naar zijn houder op
de duwboom.
• Laat de greep van de startinrichting altijd in zijn houder.
De motor en het maaimes worden tegelijkertijd in
werking gesteld.
Om de motor en het maaimes te laten stoppen, laat vervolgens de
boog voor het vasthouden van de veiligheidsbediening weer los. De
motor en het maaimes worden afgezet en afgeremd.
• Draai het brandstofkraantje weer dicht (afbeelding 6).
7•3 VOORTBEWEGINGSBEDIENING EN
KEUZE VAN DE RIJSNELHEID
• Om vooruit te gaan, de boog voor de voortbewegingsbediening
volluit tegen de duwboom zetten (afbeelding 10).
• Om de vooruit te ontkoppelen, de bedieningsboog loslaten.
• Om de rijsnelheid te veranderen, de vooruit ontkoppelen en
vervolgens de hendel van de keuzeschakelaar van de snelheden ter
hoogte brengen van het nummer dat overeenkomt met de gekozen
snelheid (1, 2 of 3) (afbeelding 11).
• Kies voor de lage snelheid (1) als de maaiomstandigheden dit
vereisen : hoog, dicht of nat gras, schuin liggend terrein.
• Kies een hogere snelheid (2) of (3) als de maaiomstandigheden
dit toestaan : droog gras dat niet te hoog of te dicht is en een vlak
terrein.
7•4 MAAIEN
Doe stevige schoenen en een broek aan. Haal voorwerpen
die gevaar kunnen opleveren van het gazon. Doe nooit
handen of voeten onder het maaidek als de motor
draait.
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave