•
Alvorens eender welke interne reiniging of onderhoudshandeling uit te voeren, moet men wachten tot de machine de
omgevingstemperatuur bereikt heeft.
•
In geval van alarm wegens defecten, mag men niet proberen het apparaat weer in te schakelen alvorens begrepen te
hebben wat de hittegenerator heeft doen stilvallen.
•
De interne delen van de verbrandingskamer mogen nooit met water gereinigd worden.
•
Houd de ventilatieopeningen van de ruimte waar het product geïnstalleerd is, steeds proper.
•
Gebruik geen andere brandstoffen dan aanbevolen
•
Controleer en reinig regelmatig de afvoerpijp van de rook tussen de verbrandingskamer en het rookkanaal (verbinding)
•
Het is absoluut verboden om het product in bedrijf te houden met gebroken glas.
•
In geval van nood en voor eventuele bedrijfsproblemen, moet de gebruiker zich tot het gespecialiseerd Technisch
Dienstcentrum richten.
• Tracht het apparaat nooit met ethylalcohol of andere ontvlambare vloeistoffen te ontsteken.
02.3
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR DE INSTALLATIE EN HET BUITENGEWOON ONDERHOUD
•
De gebruiker en/of eigenaar van het product moet, zoals voorzien door de geldende wetgeving, de activiteiten voor
installatie en onderhoud toevertrouwen aan professioneel bevoegd en gemachtigd personeel, en hij moet de risico's en
gevaren kennen die voortkomen uit veronachtzaming van deze aanwijzing.
•
De installatie van de hittegenerator en het afvoersysteem voor verbrandingsproducten, de elektrische aansluiting, de
opstartproeven en het buitengewoon onderhoud moeten door bevoegd en gekwalificeerd professioneel personeel
worden uitgevoerd.
•
De installatie van het product moet de wetten en normen van het Land, van de Regio en van de Plaats waar de machine
geïnstalleerd wordt, respecteren.
•
De installatie in slaapkamers, kamers met een volume van minder dan 15 m
verboden.
•
De installateur van de fabriek MOET de conformiteitsverklaring van de uitgevoerde werkzaamheden na de afnametest
van de installatie afgeven, zoals voorzien in de huidige wetgeving inzake veiligheid van de installaties.
•
De installateur dient de gebruiker te informeren over het veilig gebruik van het apparaat.
•
De installateur is verantwoordelijk voor de installatie, dus hij is verplicht de werken perfect uit te voeren.
• Het product moet verbonden zijn met een evacuatiekanaal voor de verbrandingsproducten, vervaardigd volgens
de huidige regelgeving en vervolgens gecertificeerd met een conformiteitsverklaring.
•
Tijdens de optionele Eerste Inschakeling, kan het gespecialiseerd Technisch Dienstcentrum, in geval van defecten
aan de installatie, zich uit veiligheidsoverwegingen tegen het gebruik van het product verzetten en derhalve de klant
schriftelijk informeren, aan de hand van een Dienstverslag dat hij, in geval van schade aan personen, dieren of dingen
medeverantwoordelijk is samen met de installateur.
•
Alvorens de machine te installeren, moeten de klant en de installateur ervoor zorgen dat de vloer waar ze geplaatst zal
worden voldoende genivelleerd is om het gewicht te kunnen dragen (zie HSFT.06 - TECHNISCHE GEGEVENS). In geval
van twijfel over de veiligheid en de stevigheid van de vloer, moet men contact opnemen met een bouwtechnicus om de
uitvoerbaarheid van de installatie te controleren.
•
Alleen gespecialiseerd en bevoegd personeel mag ingrepen of controles uitvoeren op de machine, met inachtneming
van de veiligheidsvoorschriften.
•
De installateur moet, vóór het installeren, verplicht controleren of het elektriciteitsnet waarop het apparaat aangesloten
wordt, overeenstemt met de spanning die op het identificatielabel staat (zie HFST.05.2 - IDENTIFICATIE VAN HET
PRODUCT), dat de afmetingen van de installatie geschikt zijn om de maximale belasting te kunnen dragen die voor
het product vereist is en dat het is voorzien van alle passende veiligheidsinrichtingen om het elektrische systeem te
kunnen classificeren als in overeenstemming met de normen. Als dit niet het geval is, contacteer dan een gekwalificeerde
technicus van de industriesector om het systeem aan te passen.
•
De stekker van het netsnoer van het apparaat mag pas NA de installatie en montage van het apparaat aangesloten
worden en moet na de installatie toegankelijk blijven, als het apparaat niet voorzien is van een geschikte en toegankelijke
bipolaire schakelaar.
•
Het personeel dat instaat voor de verplaatsing van de machine en de uitrustingen, moet altijd ongevallenbeveiligingen
dragen.
•
De onderhoudsman moet de klant aanraden om een jaarlijks onderhoudscontract voor het product te onderschrijven om
de veiligheid en performances op een hoog niveau van efficiëntie te behouden.
•
De onderhoudsman moet de bedrijfsuren van het apparaat tussen twee onderhoudsbeurten controleren om de werkelijke
bedrijfstijd van de machine te begrijpen. De bedrijfstijden moeten aan het einde van de technische interventie op nul
gezet worden en op het serviceverslag gerapporteerd worden.
8
of met een ontplofbare omgeving is
3