Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ventilatie Omgeving Van De Installatieruimtes - Jolly Mec QUADRO+ CERAMIC Installatie, Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

voorziene en niet correct afgemeten rookuitlaat kunnen GEEN aanleiding geven tot betwistingen of garantieverzoeken aan de
fabrikant Jolly Mec.
Voor apparaten waar men afvoeren moet bereiken die niet coaxiaal zijn met de uitlaat van de rook, moeten de richtingwijzigingen
vervaardigd worden met het gebruik van open verbindingsstukken van 45 °. (zie FIG. 1).
Het gebruik van tegenhellende elementen is verboden. De verbinding van het rookkanaal moet een constante doorsnede hebben, de
recuperatie van het roet toestaan en met een borstel gereinigd kunnen worden.
Eventuele wijzigingen van de doorsnede zijn alleen toegestaan aan de uitgang van de generator; het gebruik van reducties aan de
koppeling met het rookkanaal is verboden.
Het is verboden om andere luchtinlaatkanalen en pijpen voor installaties binnenin de rookkanalen te laten lopen, ook al zijn deze
overmaats.
Het is absoluut verboden het gewicht van het rookkanaal te ondersteunen met het verbindingsstuk van het apparaat; gebruik hiervoor
speciale daarvoor voorziene steunen of onafhankelijke ondersteuningen.
Voor de installatie van andere verbrandingsapparatuur binnenin dezelfde ruimte waar het pelletapparaat geïnstalleerd is, verwijst men
naar de installatienormen UNI 10683 en UNI 7129.
De minimale hoogte van de schoorsteen moet 3,0 m zijn.
De installatie van externe schoorstenen moet uitgevoerd worden met geïsoleerde buizen met dubbele wand om de condensaatvorming
te vermijden; bovendien moet er een inspectie aanwezig zijn aan de basis van de schoorsteen voor de normale onderhoudshandelingen
07.2

VENTILATIE OMGEVING VAN DE INSTALLATIERUIMTES

Volgens de referentienorm UNI10683 moet er 4 Pa onderdruk zijn tussen de binnen- en buitenkant van de installatieruimte.
Indien het product wordt geïnstalleerd met de inlaat van de verbrandingslucht buiten de installatieruimte, zorg er dan voor dat er in de
ruimte waar het is geïnstalleerd voldoende ventilatieopeningen zijn die instroom mogelijk maken van schone verbrandingslucht, die niet
afkomstig is van vervuilde ruimtes (voor de kenmerken van de ventilatieopening, zie HFDST. 07,3).
Als het product wordt geïnstalleerd met een externe verbrandingsluchtinlaat, moet de verbrandingsluchtinlaat worden gekanaliseerd,
waarbij de ventilatieopening in verbinding moet staat met de externe ruimte via een uittrekbare aluminium buis (voor de kenmerken van
de ventilatieopening zie HFDST. 07,3).
Indien de ventilatieopeningen voorzien zijn van een insectennet, moet dit gemakkelijk te verwijderen zijn voor de regelmatige reiniging
om een goede doorgang van de lucht toe te staan.
OPMERKING
De externe luchtinlaten moeten zodanig vervaardigd zijn dat ze niet ongewild verstopt kunnen worden en indien
ze van een insectennet voorzien zijn, moet men ze regelmatig schoonmaken om te vermijden dat ze geblokkeerd worden
door stof en vuil, vooral in de periodes van intense pollenconcentratie.
AANDACHT
Net zoals de afvoerinstallatie van de verbrandingsproducten de verbrandingsproducten, zijn ook de luchtinlaten
zeer belangrijk en moet men hier de juiste aandacht aan besteden. De installateur is direct aansprakelijk voor alle delen van
de elektrische installatie, aansluiting van de generator aan de installatie, ventilatie en rookafvoersysteem en MOET aan het
einde van de installatiewerken de overeenstemmingsverklaring volgens het Min.Decreet 37/08 voorleggen. De klant MOET,
anderzijds, de vervaardiging van alle werken aan een bevoegde professionele technieker toevertrouwen. Alle plaatselijke
en nationale wetten en de Europese normen moeten voldaan worden bij de installatie en het gebruik van het apparaat.
20
voor reiniging die JAARLIJKS uitgevoerd MOETEN worden.
Er moet een minimale trek tussen 10 en 14 Pa gegarandeerd
zijn. Deze waarde moet met speciale instrumenten gelezen
A
worden en bij iedere regelmatige onderhoudsbeurt van de
machine en van het rookkanaal gecontroleerd worden.
Bij zeer sterke wind en indien de schoorsteen geïnstalleerd is
in de zone van de terugkomende stroom (zie F
aangegeven met de streepjeslijn A voor afdekkingen met helling
ß>10°) van de afdekking of zonder de afstanden van de Norm
UNI 10683 in acht te nemen, kunnen er zich situaties voordoen
ß>10°
waarbij het apparaat niet werkt.
. 2, de zone
ig

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave