•
Als de machine uitgeschakeld is, gebruik dan de
vergrendeling van de parkeerrem om te zorgen
dat de bedrijfsrem ingeschakeld blijft.
•
Als u de machine start met de contactschakelaar,
is de motorrem eerst uitgeschakeld. Zodra de
machine begint te rijden, werkt de motorrem
normaal.
•
Als u de snelheidsregelaar naar de nulstand brengt
terwijl de messenkooi ingeschakeld is (bv. tijdens
het maaien), wordt de rem niet ingeschakeld.
Deze functie laat u toe om de snelheidsregeling
tijdens het maaien naar de N
en de machine naar achteren te trekken om van
richting te veranderen.
Kickstandaard
De kickstandaard
(Figuur
de machine gemonteerd. Gebruik de kickstandaard
bij het (de)monteren van de transportwielen of de
maai-eenheid.
•
Om de kickstandaard te gebruiken bij de montage
van de transportwielen moet u de kickstandaard
op de grond laten zakken en op de lus trappen.
Trek de centrale onderste handgreep van de
machine op hetzelfde moment naar boven en naar
achteren
(Figuur
28).
VOORZICHTIG
De machine is zwaar; u kunt uw rug
bezeren als u ze op een onjuiste manier tilt.
Zet uw gewicht op de lus van de
kickstandaard en gebruik alleen de
centrale onderste handgreep om de
machine hoger te zetten. Als u de
machine op een andere manier op de
kickstandaard probeert te tillen, kan dat
letsel veroorzaken.
te schakelen
ULSTAND
29) is aan de achterkant van
1. Centrale onderste
handgreep
1. Kickstandaard
•
Om te voorkomen dat de machine
achteroverkantelt bij het verwijderen van
de messenkooi moet u de kickstandaard
laten zakken en de borgpen indrukken om de
kickstandaard in de O
(Figuur
30).
18
Figuur 28
2. Lus van kickstandaard
Figuur 29
2. Lus van kickstandaard
te borgen
NDERHOUDSSTAND
g018793
g017246