De aanhangwagen moet voorzien zijn van remmen als u een
aanhangwagen met een totaalgewicht van meer dan 680 kg
laat trekken door deze machine.
Als u een lading vervoert of een aanhangwagen (werktuig)
trekt, mag u uw machine of aanhangwagen niet te zwaar
beladen. Een te zware lading kan leiden tot slechte prestaties
of beschadiging van de remmen, as, motor, transaxle,
stuurinrichting, ophanging, carrosserie of banden.
Belangrijk: Om de kans op schade aan de aandrijflijn
te beperken, verdient het aanbeveling het Laag-bereik
te gebruiken.
Als u werktuigen met een opleggerkoppeling trekt, zoals een
fairway-verluchter, dient u altijd de 'wheely bar' (standaard
onderdeel van de opleggerkoppeling) te monteren om te
voorkomen dat de voorwielen van de grond loskomen als de
beweging van het werktuig plotseling wordt belemmerd.
Het hydraulische systeem
bedienen
De hydraulische bediening levert hydraulisch vermogen
vanuit de machinepomp als de motor loopt. Gebruik de
snelkoppelingen aan de achterkant van de machine om
werktuigen aan de trekhaak te voorzien van hydraulisch
vermogen.
Belangrijk: Als meerdere voertuigen hetzelfde werktuig
gebruiken, kan er kruisbesmetting van de hydraulische
vloeistof plaatsvinden. Ververs daarom de hydraulische
vloeistof vaker.
Bedieningsstanden van hydraulische
hefinrichting
•
UIT
Dit is de normale stand van de bedieningsklep
wanneer deze niet in gebruik is. In deze stand zijn de
doorlaatopeningen van de bedieningsklep geblokkeerd
en een eventuele lading wordt in beide richtingen
tegengehouden door de afsluitkleppen.
•
Omhoog (stand snelkoppeling A)
Met deze stand van de hydraulische hefhendel kunt u de
laadbakcilinders of een werktuig aan de trekhaak omhoog
brengen door de hydraulische druk op snelkoppeling A
te laten toenemen. Bovendien kan hierdoor de olie door
snelkoppeling B terugvloeien naar de bedieningsklep en
van daaruit in het reservoir. Dit is een tijdelijke stand en
zodra de hydraulische hefhendel wordt losgelaten, springt
deze automatisch terug naar de middelste Uit-stand.
1. Stand snelkoppeling A
•
Omlaag (stand snelkoppeling B)
Dit is de stand om de laadbak of het werktuig aan de
trekhaak neer te laten door een lagere hydraulische
druk uit te oefenen op snelkoppeling B. Hierdoor kan
ook olie door snelkoppeling A terugvloeien naar de
bedieningsklep, en van daaruit in het reservoir. Dit is
een tijdelijke stand en zodra de hydraulische hefhendel
wordt losgelaten, springt deze automatisch terug naar de
middelste Uit-stand. Wanneer u de hydraulische hefhendel
kort in deze stand houdt en vervolgens weer loslaat, kan
er olie stromen naar snelkoppeling B, waardoor een lagere
hydraulische druk wordt overgebracht op de cilinders
van de laadbak of een werktuig aan de trekhaak. Als de
hydraulische hefhendel wordt losgelaten, wordt de lagere
hydraulische druk naar de cilinders van de laadbak of een
werktuig aan de trekhaak hydraulisch vergrendeld.
Belangrijk: Als u de hydraulische hefhendel
in de onderste stand houdt bij het gebruik van
een hydraulische cilinder, zal de olie langs een
ontlastklep stromen, waardoor schade kan ontstaan
aan het hydraulische systeem.
•
AAN
Deze stand is vergelijkbaar met Omlaag (stand
snelkoppeling B). Bovendien kan bij deze stand
hydraulische vloeistof naar snelkoppeling B stromen,
met het verschil dat de hendel in deze stand wordt
vastgezet door de vergrendeling van de hydraulische
hefinrichting op het bedieningspaneel. Op deze manier
kan er voortdurend olie stromen naar werktuigen die
gebruikmaken van een hydraulische motor. Gebruik deze
stand alleen als u de machine gebruikt met een werktuig
dat een hydraulische motor heeft.
Belangrijk: Als u de machine gebruikt met een
hydraulische cilinder of als er geen werktuig is
aangekoppeld, zal gebruik van de machine in de
AAN-stand ertoe leiden dat olie langs een ontlastklep
zal stromen, hetgeen schade kan veroorzaken aan
33
Figuur 37
2. Stand snelkoppeling B