1. Motortoerental (tpm)
Urenteller
De urenteller toont het aantal uren dat de machine in bedrijf
is geweest. De urenteller
contactschakelaar in de stand Aan wordt gezet of als de
motor loopt.
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter registreert de rijsnelheid van het voertuig
(Figuur
14). De snelheidsmeter geeft de snelheid weer in
mph (mijl per uur) maar kan eenvoudig worden omgezet naar
km/u (kilometer per uur); zie
(bladz.
57).
Lampje 'Motor controleren'
Het lampje 'Motor controleren'
de bestuurder op de hoogte te brengen van een motorstoring.
Neem contact op met een erkende Toro-servicedealer.
Oliedruklampje
Het waarschuwingslampje voor de oliedruk
branden als de druk van de motorolie onder een veilig peil
komt terwijl de motor loopt.
Belangrijk: Wanneer het lampje knippert of aan blijft,
stop dan het voertuig, zet de motor af en controleer
het oliepeil. Als het oliepeil te laag was, maar het
waarschuwingslampje gaat niet uit nadat u olie heeft
bijgevuld en de motor weer heeft gestart, moet u
onmiddellijk de motor uitzetten en contact opnemen
met een erkende servicedealer voor hulp.
Figuur 15
2. 3300 tpm voor gebruik van
de aftakas van 540 tpm
(Figuur
14) gaat lopen als de
De snelheidsmeter omzetten
(Figuur
14) gaat branden om
(Figuur
Meter en indicatielampje voor temperatuur van
koelvloeistof
De meter voor de temperatuur van de koelvloeistof geeft de
temperatuur van de motorkoelvloeistof aan. Het lampje werkt
alleen wanneer het contactsleuteltje in de stand Aan staat
(Figuur
14). Het indicatielampje voor de koelvloeistof licht
rood op en knippert als de motor oververhit raakt.
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft aan hoeveel brandstof er in de tank
zit. De meter werkt alleen wanneer het contactsleuteltje in
de stand Aan staat
display geeft een laag brandstofpeil aan en een knipperend
rood lampje geeft aan dat de brandstoftank bijna leeg is.
Handgreep voor passagier
De handgreep voor de passagier bevindt zich op het
dashboard
(Figuur
1. Handgreep voor passagier 2. Opbergruimte
Stoelverstelhendel
Gebruik de stoelverstelhendel om de stoel naar wens naar
14) gaat
voren of naar achteren te verstellen
20
(Figuur
14). Het rode gedeelte van het
16).
Figuur 16
(Figuur
17).