2. Verwijder de dop van de vulbuis en neem de peilstok
uit de vulbuis; veeg de peilstok af met een doek
23
en
Figuur
24).
3. Steek de peilstok in de vulbuis. Verwijder deze daarna
en controleer het vloeistofpeil
•
Niet-TC-modellen: het vloeistofpeil moet zich
tussen de twee onderste inkepingen op de peilstok
bevinden.
•
Niet-TC-modellen met het optionele
hydraulische systeem met hoge stroming of
TC-modellen: het vloeistofpeil moet zich tussen
de twee bovenste inkepingen op de peilstok
bevinden.
4. Als het peil te laag is, vul het reservoir dan bij met
de gespecificeerde hydraulische vloeistof totdat het
peil midden tussen de inkepingen op de peilstok reikt
(Figuur 23
en
Figuur
5. Plaats de peilstok terug in de vulbuis en plaats de dop
terug
(Figuur 23
en
Het koelvloeistofpeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Controleer
het koelvloeistofpeil alleen bij de
reservetank. Verwijder de radiateurdop
niet. (Controleer het koelvloeistofpeil
voordat de motor voor het eerst wordt
gestart, en vervolgens dagelijks.)
Type koelvloeistof: een 50/50 verhouding van water en
permanente ethyleenglycol-antivries
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
VOORZICHTIG
Als de motor heeft gelopen, kan de hete
koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen
indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit
kan brandwonden veroorzaken.
• Open de radiateurdop niet.
• Laat de motor minstens 15 minuten
afkoelen of totdat de radiateurdop zover is
afgekoeld dat u deze kunt aanraken zonder
uw hand te branden.
• Gebruik een doek als u de dop van de
reservetank verwijdert en draai de dop
langzaam open om de stoom te laten
ontsnappen.
• Controleer het koelvloeistofpeil niet bij
de radiateur, maar uitsluitend bij de
reservetank.
2. Controleer het koelvloeistofpeil bij de reservetank
(Figuur
25).
(Figuur 23
en
Figuur
24).
Figuur
24).
Opmerking: De koelvloeistof dient tot de onderkant
(Figuur
van de vulbuis te reiken.
24).
1. Reservetank voor koelvloeistof
3. Als het koelvloeistofpeil te laag is, verwijdert u de dop
van de reservetank en vult u het koelsysteem bij met
een oplossing die half uit water, half uit permanente
ethyleenglycol-antivries bestaat.
Opmerking: Niet te vol vullen.
4. Plaats de dop van de reservetank terug.
25
G019522
Figuur 25
1