Hoofdstuk 1
Sluit de stroomdraden van het systeem pas aan op de ontsteking of accu van het voer-
l
tuig als alle systeemcomponenten zijn gemonteerd en alle elektrische connectoren zijn
voltooid.
Start de machine altijd voordat u dit Raven-systeem in gang zet om stroompieken of
l
piekspanning te voorkomen.
Leg om struikelen en verstrikking te voorkomen, kabels en kabelbundels uit de buurt
l
van looppaden, trappen, handgrepen en andere gedeelten die worden gebruikt door
de bestuurder of onderhoudspersoneel bij het gebruiken of onderhouden van de appa-
ratuur.
Bijgeleverde voedingskabels mogen alleen worden ingekort door goed opgeleid per-
l
soneel. Andere wijzigingen aan de bedrading zijn niet toegestaan, zoals het verlengen
van de voedingskabels of het wijzigen van andere aspecten van de bedrading in het
systeem. Als voedingskabels worden ingekort, moeten ze worden afgesloten met mee-
geleverde reserve-ringklemmen of met door de installateur geleverde ringklemmen
die volgens de fabrikant van ringklemmen compatibel zijn met de gebruikte draad-
dikte.
Machineveiligheidssystemen
Gebruik alle bijgeleverde veiligheidssystemen op de machine wanneer u deze met het
l
Raven-systeem bedient.
De bestuurder moet de veiligheidsgordels en andere beveiligingen gebruiken terwijl
l
hij/zij zich in de cabine bevindt.
Schakel veiligheidssystemen van de machine, zoals geluidsalarmen, alarmlichten, etc.
l
niet uit.
Aanraakscherm
Raak het aanraakscherm alleen aan met uw vinger of met een speciale stylus of pen
l
voor een aanraakscherm. Als het aanraakscherm wordt bediend met scherpe voor-
werpen kan dit permanente schade aan het scherm veroorzaken.
Reinig het scherm alleen met een vochtige doek. Gebruik nooit schurende of agres-
l
sieve stoffen.
4