Hoofdstuk 6
2. Bevestig de kleefpads op de beugel van de ontvanger in de getoonde richting.
3. Kies een plaats op het dak van de cabine om de ontvangantenne te monteren. Houd
rekening met alle volgende voorwaarden voor montage om de ontvangantenne
optimaal te laten werken:
De ontvangantenne moet ten minste 50 cm [20 in] van andere GNSS-, mobiele of
l
radioantennes of apparatuur worden gemonteerd.
Lijn de ontvangantenne uit op de middellijn van de tractor vóór de achteras of
l
richting de voorkant van de cabine.
De ontvangantenne wordt gemonteerd met de connectoren naar de achterkant
l
van de tractor gericht.
4. Reinig de gekozen plek grondig.
50