Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 1
Laat beschermdoppen/afdekkingen over de kabelbundelaansluitingen totdat de bun-
l
dels nodig zijn, om te voorkomen dat vuil en vocht de elektrische circuits bin-
nendringen.
Bevestig de kabel minimaal elke 30 cm (12 inch) aan het frame of een vaste struc-
l
tuurelementen.
Volg de bestaande kabelbundels die al in het werktuig lopen zoveel mogelijk. Een cor-
l
recte geleiding van de kabelbundel moet:
Kabelbundels vastzetten en voorkomen dat de kabel onder het werktuig hangt.
l
Voldoende speling leveren van bewegende componenten en bedieningszones
l
rondom assen; universele verbindingen en ophangingscomponenten; katrollen,
tandwielen, riemen en kettingen; bewegende verbindingen, cilinders, draai-
punten, enz.
Kabelbundels beschermen tegen vuil/puin uit het veld en omgevingsgevaren
l
(bijv. boomtakken, hekpalen, gewasstoppels, kluiten die kunnen vallen of worden
opgeworpen door het werktuig).
Kabelbundels beschermen tegen scherpe bochten, verdraaiing of buiging over
l
korte afstanden en bij normaal werktuiggebruik.
Connectoren en verbindingen mogen zich niet bevinden bij buigpunten of in
l
bewegende kabelbundelgedeeltes.
Zorgen voor voldoende lengte voor bewegingsvrijheid van het werktuig tijdens
l
normaal gebruik en trekken, beklemming, vastzitten of schuren, vooral bij draai-
en scharnierpunten te voorkomen. Kabelbundels veilig vastklemmen om een
gecontroleerde beweging van de kabel af te dwingen.
Schurende oppervlakken en scherpe randen vermijden zoals geknipte plaat,
l
bevestigingsschroefdraden of schroefkoppen, slangklemuiteinden, enz.
Verbind, bevestig en laat kabelbundels niet in contact komen met componenten met
l
hoge trillingskrachten, hete oppervlakken of componenten die hete vloeistoffen bevat-
ten boven het temperatuurbereik van de kabelbundelcomponenten.
Kabelbundels moeten worden beschermd of afgeschermd als de geleiding ver-
l
eist dat de kabel wordt blootgesteld aan omstandigheden die buiten de spe-
cificaties van de kabelbundelcomponenten vallen.
Vermijd het plaatsen van kabelbundels in gebieden waar schade kan plaatsvinden door
l
een opbouw van materiaal (bijv. aarde, modder, sneeuw, ijs, enz.).
8
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
